Het 'evangelie van Judas' is geen evangelie!


In de vorige eeuw, ergens tussen 1950 en 1960, werden door een eenvoudig persoon in een grot in Egypte dertien papyrusvellen in een lederen kaft gevonden. Zij kwamen terecht bij een antiquair in Cairo, werden er gestolen en doken later op in Zwitserland. Vervolgens werden ze gekocht door Amerikaanse wetenschappers van oude geschriften en opgeborgen in een kluis. Reeds een oppervlakkige studie van de tekst maakte duidelijk dat men hier te maken had met een vroegchristelijk document, 'het evangelie van Judas,' en vergelijkbaar was met de eerder gevonden Nag Hammadi geschriften. Het gevonden geschrift was in het Koptisch geschreven maar zal ongetwijfeld een vertaling zijn van een vroegere Griekse versie.

Het evangelie van Judas - de schrijver moet niet verward worden met de discipel van Jezus die Judas heette want hij leefde later - was geschreven door een aanhanger van een stroming die men het gnosticisme noemt. Deze stroming werd door de hoofdstroom van het Christendom veroordeeld als ketters. De bekende kerkvader Irenaeus schreef er in 180 na Christus reeds zeer afwijzend over. Sommige uitspraken van Jezus in dit geschrift zijn herkenbaar in de canonieke evangeliën in de Bijbel maar andere zijn mystiek, vreemd en onverenigbaar met de Jezus die wij uit het Nieuwe Testament kennen. Voor christenen is het interessantste stukje in het geschrift ongetwijfeld dat waar staat dat Judas de discipel was waarin Jezus het meest vertrouwde en die alleen begreep dat Jezus de Zoon van God was. Jezus zei tot Judas dat hij hem zou overleveren zodat hij geofferd kon worden om Hem van de lichamelijkheid te bevrijden waarin zijn geestelijke goddelijkheid gevangen zat; vergelijk deze zienswijze met Johannes 13:27b dat door sommigen ter ondersteuning van de visie op Judas wordt aangevoerd. Judas wordt door Jezus een ster genoemd die het ware licht had gezien. In deze zienswijze op de bevrijding van Jezus uit zijn lichaam komt een bepaald soort mysticisme naar voren dat we ook in andere gnostische geschriften aantreffen.

De evangeliën in de Bijbel leren ons dat Judas zich in de omgang met Jezus in plaats van zich te verbeteren verslechterde. Hij stal geld uit de kas van de groep - een afkeurenswaardig handelen - en ontving voor zijn verraad van Jezus geld van de Joodse geestelijke leiders. Even later kreeg hij wroeging over wat hij had gedaan en gooide in de tempel het geld voor de voeten van de leiders. Volgens Matteüs 27:3,4 beleed Judas dat hij een onschuldige had verraden. Sommigen denken dat het evangelie geschreven om Judas een soort van eerherstel te geven, want 'zo slecht als de andere evangeliën hem schilderen kan hij niet zijn geweest….

Het uit het Grieks afkomstige begrip 'evangelie' betekent 'goed nieuws.' Laat het echter duidelijk zijn dat het 'evangelie van Judas' in het geheel niet voldoet aan die soort van literatuur die het Christendom sinds haar begin een 'evangelie' noemt. Het goede nieuws van de evangeliën in de Bijbel is dat Jezus Christus als Gods Zoon naar de aarde kwam, een voorbeeldig rein en goed leven leidde, aan een kruis stierf om het offer voor onze zondeschuld te zijn zodat wij door het geloof in Hem vergeving van zonden kunnen ontvangen en dat Hij opstond uit de dood, waardoor Hij zelf ons het gehele plan van God voor de verlossing van de mens kon onderwijzen en verkondigen. Nogmaals: het 'evangelie' van Judas bevat echter in het geheel niet dit goede nieuws dat zo kenmerkend is voor het evangelie dat we in de Bijbel aantreffen. Het 'goede nieuws' van het evangelie van Judas is dat Jezus in een nieuw geestelijk bestaan in hogere sferen is gekomen - meer niet.

Zoals reeds gezegd is het evangelie van Judas een geschrift dat door iemand in de stroming van het gnosticisme zal geschreven zijn. Sommige uit het mystieke heidendom bekeerde gelovigen kwamen blijkbaar niet vrij van hun oude denkwijze en filosofieën en vermengden hun ouder heidens denken met het christelijk geloof. In de stroming die ontstond was Christus òf God òf mens, beide kon hij niet tegelijkertijd zijn geweest. En niet het geloof maar de 'hogere kennis' - kennis is in het Grieks 'gnosis' - is de belangrijkste sleutel tot het eeuwige , het hogere leven. Gnostische christenen beklemtoonden niet de vergeving van zonde en de verzoening met de almachtige God op grond van het zoenoffer van Jezus maar een soort van intuïtief kennen, een innerlijke weten, waardoor de mens zich kan bevrijdend kan verheffen uit het zondige stoffelijk bestaan en omhulsel van zijn geest. Het meest fundamentele verschil tussen de boodschap van het evangelie van Judas en het evangelie van de Bijbel is dit: In Judas gaat het Jezus om verlossing van zichzelf, maar in de Bijbel gaat het Jezus om de verlossing van de mensheid van zonde en schuld en uit macht van het kwaad!

Het geschrift van Judas moge dan voor wetenschappers en anderen interessant zijn maar het is zeer misleidend. Ik ben het deze keer met ds. N. van der Linden eens die in een interview toen hem naar zijn mening over de waarde van dit evangelie van Judas voor de kerk werd gevraagd, zei: "Wij houden ons aan de apostolische geschriften."

T. J. de Ruiter, predikant en leraar in de Pinksterbeweging,
11 april 2006

Reageren? E-mail.... Pastor T. J. de Ruiter

~~~~~~~~~~~~~~~


Site 'Inspiratie & Inzicht,' sinds 1997  / 12 april  2006 / herzien 25 augustus 2011 / Pastor T. J. de Ruiter /  The Netherlands