De namen van God                           1

T. J. de Ruiter, pastor en leraar in de Pinkstergemeente Elim te Hilversum
 

Elohim (God)

Elohim - in de meeste Bijbels vertaald met God - is het derde woord in de Hebreeuwse tekst van Genesis. We treffen deze naam 2570 maal in de Bijbel aan. Elohim is dus de eerste naam van het scheppend en heersend Opperwezen. Elohim is het meervoud van El of Eloah. Men denkt dat de oorspronkelijke betekenis van de naam 'de Sterke,' 'de Machtige,' of 'de Eerste,' zou kunnen zijn; de meningen lopen uiteen. Elohim schiep de hemel en de aarde. Zijn spreken was scheppend, want Hij zei: "Er zij licht," en er was licht. Vervolgens ordende Hij sprekend onze planeet. Hij schiep de zon, de maan, de vissen, de vogels, de landdieren en als laatste schiep Hij de mens die hij vormde uit het stof, uit de aarde, (Genesis 1:27; 2:7).

Omdat Elohim een meervoudsnaam is - dus letterlijk zou er vertaald kunnen worden 'goden' - denken sommigen dat de schepping ontstaan is door een team van goddelijke wezens. Wij zien in de meervoudsvorm Elohim een eerste bewijs van het bestaan van de drie goddelijke personen, Vader, Zoon en Heilige Geest. Anderen die in één goddelijk persoon geloven, zoals o.a. Joden en Jehovah's Getuigen denken dat Elohim als een majesteitelijk meervoud moet worden beschouwd, zoals in officiële stukken onze koningin schrijft: "Wij, koningin Beatrix," etc. In elk geval zien we dat in het Hebreeuws Elohim als het voor het Opperwezen wordt gebruikt grammaticaal als een enkelvoud wordt behandeld. Soms wordt het woord elohim echter als een meervoud behandeld zoals in o.a. Exodus 20:3. We moeten er hier echter aan denken dat de Israëlieten zojuist verlost waren uit Egypte waar men veel goden aanbad. In Genesis 6:2 is geschreven over de 'zonen van goden,' waarbij we aannemen dat het om zonen van machtige leiders ging die zich misdroegen. In Exodus 22:28 is het verboden de goden (elohim) te lasteren, waarbij wordt aangenomen dat het hier om machtige volksleiders gaat die rechtspreken; de NBV heeft in Exodus 22:28 elohim echter vertaald door 'God.' In Psalm 82:6 worden de mensen zelfs goden (elohim) genoemd. Deze tekst werd door Jezus gebruikt om de aanspraak op zijn unieke goddelijkheid te verdedigen, (zie Johannes 10:33-36).

In de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuagint, is Elohim vertaald door Theos. Theos betekent 'God' of 'godheid.'

Sommigen denken dat de benaming God voor het Opperwezen door de vroegchristelijke predikers in onze Europese gebieden is afgeleid van het oeroude Germaanse begrip 'Gut.' God en goed zouden dus oorspronkelijk als synoniemen kunnen worden beschouwd: God is goed, (zie Marcus 10:18).

In de theologie wordt de vraag behandeld of de naam Elohim (God) als een eigennaam van het hoogste Opperwezen moet worden beschouwd of als een soortnaam. Als men Exodus 20:3 oppervlakkig zou willen verstaan zou men kunnen betogen dat er zelfs in de Tien Geboden rekening wordt gehouden met het bestaan van meer bovenmenselijke goddelijke wezens dan het enige, ware, goddelijk Opperwezen. God wilde echter de Israëlieten duidelijk maken dat hoewel heidenen, zoals de Egyptenaren, zoveel (zogenaamde) goden eerden, Hij de enige God is. Zo beschouwd kan men dus stellen dat Elohim een eigennaam van de enige God is. Lees ook wat Paulus over dit onderwerp schreef in 1 Korintiërs 8:5-7.

Wij belijden: Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Jezus Christus (1 Timoteüs 2.5).

Contact? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter