Was
hij echt opgestaan uit de dood? Sommigen doen de vraag af met een
“Volslagen
onzin, er staan geen doden op.” Anderen die wat vriendelijker willen
zijn
zeggen: “Het was de manier van die apostelen om de moed erin te houden,
want zo
waren die drie-en-een-half jaar met Jezus niet echt vergeefs geweest.”
Menig
modern theoloog denkt - sommigen durven het best hardop te zeggen - dat
Jezus
waarschijnlijk niet echt was gestorven maar schijndood moet zijn
geweest.
Een
nieuw leven na de dood zoals Jezus Christus dat volgens de evangeliën
demonstreerde is niet te
bevatten en zeker niet wetenschappelijk te verklaren. Hij was na enkele
dagen
ineens totaal gezond hoewel hij de littekenen van de verwondingen van
de
kruisiging nog had. Hij verscheen plotseling in een kamer terwijl
deuren
gesloten waren en verdween ook zonder een spoor achter zich te laten.
Hij steeg
naar de hemel op, de zwaartekracht hield hem niet tegen.
Paulus
sprak in Athene de wijsgeren toe die met
interesse luisterden. Toen hij op het onderwerp van de
opstanding van
Jezus kwam raakte het geduld van de wijze heren op en begonnen ze te
spotten.
Handelingen 17:32: “Toen zij nu van een
opstanding van de doden hoorden, spotten sommigen, maar anderen zeiden:
Wij
zullen u hierover nog wel eens horen.” Het geduld van Paulus was
blijkbaar
ook op want hij vertrok uit Athene en wandelde naar het
zuidelijker
havenstadje Korinte waar de
prediking wel vruchtbare grond in harten vond. Dat die harten niet die
van
wijzen waren maar van eenvoudige havenarbeiders en slaven deed niets
ter zake.
Paulus verheugde zich in de goede reactie op zijn prediking daar (1
Korintiërs 1:26-28).
Velen
moeten toegeven dat de historische grote groei van het Christendom niet
mogelijk zou zijn geweest zonder het fenomeen van de opstanding. Hoe
ongelofelijk het ook mag zijn: Jezus moet wel zijn opgestaan
anders was
er geen Christendom gekomen. Een grondige, eerlijke studie van het
Nieuwe
Testament en de christelijke literatuur uit de eerste eeuwen wijst
ondubbelzinnig in die richting. Deze onontkoombare conclusie heeft
zelfs
verbitterde atheïsten tot bekering en geloof gebracht. De
apostelen gaven het
getuigenis van de opstanding met grote kracht (Handelingen 4:33). Die
getuigeniskracht trad in werking vanaf het moment dat de Heilige Geest
op hen
viel. Voor de Pinksterdag hadden zij zich stil gehouden, ondanks het
geweldige
feit van de opstanding, daarna spraken zij met grote kracht en
vrijmoedigheid
over Jezus.
Christen hebben de bevoorrechte en mooie verantwoordelijkheid te spreken over de opstanding. De Heilige Geest geeft de gelovige een ontembare energie en een niet in te houden aandrang tot het getuigen over Jezus. We behoeven niet te wachten tot het jaarlijks Pinksterfeest om de kracht tot getuigen te ontvangen. De Heilige Geest is gekomen en een ieder die zich met Hem laat vervullen ontvangt kracht. Ontvang dan de Geest, spreek en getuig met vrijmoedigheid (Handelingen
4:31).
Het Paasfeest biedt ons hiervoor een uitstekende gelegenheid.
T.
J. de Ruiter, 3 april 2009