Nieuwjaarsartikel 2004 door T. J. de Ruiter
In 2004 is het precies honderd jaar geleden dat er een krachtige, geestelijke opwekking uitbrak in Wales. Duizenden bekeerden zich vanuit een zondig, werelds leven tot geloof in en toewijding aan Jezus Christus. Bepaalden bier en sterke drank het leven van velen, in de opwekking werd men vervuld van de nieuwe wijn van de Heilige Geest. Werden de kerken alsmaar leger, in en na de opwekking werden zij voller. Was het hart van velen vervuld van aardse dingen, nu werd het de blijdschap van de Heer en het verlangen naar hemelse realiteiten. Cafés moesten sluiten en de politie had in veel dorpen en stadjes veel minder werk te doen. In plaats van vloekend, gingen de mijnwerkers zingend naar hun zware werk. De werkezeltjes in de mijnen, die de wagens met kolen moesten trekken, konden maar met moeite tot lopen worden aangezet omdat zij de beleefde bevelen niet begrepen; zij waren gewend aan geschopt te worden en met vloeken te worden aangezet, nu was het “Praise the Lord, go.”
Typerend voor de sfeer en ervaring van velen in Zuid Wales in die dagen is de volgende anekdote. Een verslaggever uit Londen reisde voor een artikel over de opwekking naar Swansea in Wales. Aangekomen op het station vroeg hij aan iemand waar hij de opwekking vinden kon. Het typerende antwoord luidde: “Opwekking, man, die is hier, in mijn hart.”
Die opwekking was er niet zomaar gekomen. Velen hadden jaren hartstochtelijk gebeden voor een geestelijk ontwaken en een morele vernieuwing; wij zouden vandaag zeggen: voor een terugkeer naar en respect voor bijbelse normen en waarden. De nood was groot en de sociale ellende niet te overzien.
Voor het brengen van een opwekking had de Geest van God een instrument in een jongeman gevonden, Evan Roberts. Evan was de zoon van een eenvoudige mijnwerker en reeds op twaalfjarige leeftijd moest hij met zijn vader mee, de kolenmijn in. Maar nog in die tienerjaren werd hij diep getroffen door een uitspraak van een predikant: “Wat als de Geest valt en jij bent er niet bij.” Evan nam zich toen voor geen enkele gebed en gemeenschapsbijeenkomst van de kerk te missen en te gaan bidden om de Heilige Geest.
In de herfst van 1903, 25 jaar oud, voelde hij een onweerstaanbare drang zich op prediking van het evangelie te gaan voorbereiden. De bewogenheid voor de verloren staat, waarin veel mensen zich bevonden werd een zware last op zijn hart, die hem tot aanhoudend gebed drong. De overtuiging dat God hem wilde gebruiken, werd sterker. In een crisis ervaring wist hij dat hij tot overgave aan de Geest van God moest komen en zich moest buigen, zodat hij een gewillig werktuig voor Hem kon zijn. Zijn kreet tot God was: “Bend me, o Lord,” dat is: "Buig mij, o Heer." Na een intensieve zielenstrijd kwam hij uiteindelijk tot volledige overgave aan de Geest en ontving - zo getuigde hij - de doop in de Heilige Geest.
Spreken in nieuwe tongen was niet aanwezig in het inzicht dat Evan Roberts had ontvangen en werd dus ook niet in zijn opwekkingsprediking aan de orde gesteld. De doop in de Heilige Geest werd volgens zijn inzicht gekenmerkt door een buitengewoon emotioneel en overweldigend besef van de aanwezigheid van de heerlijkheid van God in het innerlijk van de mens. Inderdaad kwam het in de opwekkingsdiensten veel voor dat gelovigen, eenmaal gereinigd van zonde en schuld, overweldigd werden door een bijna ondraaglijk gevoel van de heerlijkheid van God; een gevoel alsof er enorm veel kracht in hen gegoten werd, zodat sommigen dachten dat zij letterlijk uit elkaar zouden barsten. Er werd dan ook wel gebeden: “Niet meer, Heer. Niet meer van uw heerlijkheid, ik kan niet meer verdragen.” De ervaring van de Doop in de Heilige Geest met het spreken in tongen kreeg pas enkele jaren na de opwekking van 1904 grotere bekendheid. Evan Roberts nam ten opzichte van deze ervaring een voorzichtige houding aan en waarschuwde voor de mogelijkheid van demonische misleiding.
Toen Evan zich eenmaal gewillig aan de
Geest van God had overgegeven moest hij op het signaal van de Geest wachten.
Als het echter aan Evan had gelegen was hij gelijk met de bediening begonnen.
De wachttijd werd doorgebracht met aanhoudend, bewogen gebed en smeking.
In die periode ontving hij visioenen. In één van deze visioenen
zag hij de hel. Zijn last voor verloren zielen werd door dit visioen zwaar
op zijn hart gelegd. Hij zag de eenzame poort van de hel - zijn beschrijving
komt treffend overeen met die van de in 2001 uit de dood opgewekte Daniël
Ekechukwu. In de hel zag hij een ontelbare menige verlorenen en hij zag
ook een grote stroom van mensen, die op weg was naar de hel. Het visioen
raakte hem diep en hij wist in de geest dat alleen een opwekking, die bekering
tot God brengt en persoonlijk geloof in de Heiland, de mensen van Wales
en Engeland van de eeuwige ondergang redden kon. Dit visioen is hem bijgebleven.
In bijeenkomsten verwees hij er naar en door zijn bewogenheid kwam hij
dikwijls niet aan prediking toe, maar lag op zijn knieën met tranen
te smeken dat de Geest van God vaardig zou worden over de mensen. En dikwijls
kwam er, eerst over één, dan over velen, een diep besef van
verlorenheid en schuld, die na hevige zielenstrijd uiteindelijk overging
in gejubel over de verkregen zekerheid van heil door het geloof in het
verzoenend offer van Christus.
Evan benadrukte in zijn prediking vier
voorwaarden, als noodzakelijk voor het ontvangen van de zekerheid van verlossing
en eeuwig leven.
1. We moeten onszelf onderzoeken of er
onbeleden zonden in ons leven zijn.
Vraag de Heilige
Geest je hierbij behulpzaam te zijn want met onbeleden
zonden kun je
de Geest niet ontvangen.
2. Als er iets twijfelachtigs in je leven
is, zaken waarover je onzeker bent of zij
al dan niet rein of
oprecht zijn, moeten deze zonder aarzeling ook worden verwijderd.
3. Je moet bereid zijn je volledig over
te geven aan de Geest en alles te doen, wat Hij
van je vraagt.
4. Je moet bereid zijn in het openbaar
je geloof in Christus te belijden en je niet
voor Hem schamen.
Gegrond op zijn eigen ervaring werd het gebed “Buig mij, o Heer,” in de prediking van Evan een centraal thema, een oproep tot de zondaars en de kerk. Evan wist dat als de kerk zich buigt om nederig, oprecht en volledig toegewijd de wil van de Heilige Geest te doen, de wereld zou worden gered.
Zoals tijdens de eerders opwekkingen in Wales was ook deze er één, waarbij in de bijeenkomsten veel en heftige emoties loskwamen; volgens sommigen veel te veel. Maar omdat mensen tot het belijden van zonde kwamen, tot het vereffenen van schulden, tot verzoening en toewijding aan Jezus, was er toch alle reden te zeggen dat het echt van God was en Hem ervoor te danken.
Ondanks het gegeven dat de bijzondere opwekkingssfeer slechts ongeveer twee jaar duurde kon het effect van de opwekkingsvernieuwing nog veel jaren later worden geconstateerd in duizenden levens. Het kerkelijk leven bloeide op als nooit tevoren en in de moeilijke jaren van de Eerste Wereldoorlog, 1914-1918, was er in Wales nog een krachtige invloed van deze opwekking merkbaar. Tot in het midden van de vorige eeuw waren de ‘kinderen van de opwekking’ dynamische geestelijke leiders in veel kerken.
Iemand vroeg: “Waarom juist Wales het land van de opwekkingen in Europa?” Een deel van het antwoord is misschien gelegen in het kenmerkende emotionele karakter van de Kelten terwijl de andere rassen in Europa zich veel meer door het verstand laten leiden, zoals iemand uit Wales eens opmerkte. Evan Roberts benadrukte in zijn prediking het belang van het gevoelsleven voor de echtheid van religieuze ervaring. Hij zei: “Eerst moet een mens voelen, dat hij een verloren zondaar en dan - om gered te worden - moet hij voelen dat hij vergeving van zonden heeft ontvangen.”
Het is nu Anno Domini 2004 geworden. De geestelijke en morele situatie in ons land is deplorabel, hetzelfde geldt ook voor Wales en alle landen van Europa. Er zijn velen, die bidden om een opwekking, om herstel, om terugkeer naar een bijbelse moraal, gegrond op het geloof in Jezus Christus. Hier en daar zijn opwekkingshaarden, maar het vuur breidt zich niet uit naar de bevolking en er is juist een uitslaande brand nodig om de maatschappij tot bezinning en bekering te brengen. Laat ons hopen en bidden dat dit jaar getuige mag zijn van een opwekking, die het geestelijk en moreel klimaat totaal verandert. Wie zal zeggen dat dit onmogelijk is….. Laat ons dan het beginsel ter harte nemen dat eerst Evan Roberts zelf en daarna duizenden tot nieuw geestelijk leven bracht: “Buig mij, O Heer, opdat ik een instrument van uw Geest kan zijn.”
Ik wens elke lezer van dit artikel een 2004 toe, waarin ook u met zeer velen de heerlijke zegen van opwekking en levensvernieuwing zal ervaren. God leeft, ziet deze wereld in haar grote nood en is genadig. Daarom kan 2004 een heel bijzonder jaar worden!