T. J. de Ruiter
"Want geen
woord
dat van God komt, zal krachteloos wezen."
Lucas 1:37
Een verzinsel?
Als we bovenstaand vers lezen ligt één van de intiemste, wonderlijkste en belangrijkste passages van de gehele Bijbel geopend: de aankondiging van de verwekking van Jezus Christus.
Het verhaal van de aankondiging van de komst van Jezus Christus komt slechts in het evangelie naar Lucas voor. Lucas was een arts, hij bekeerde zich onder de prediking van Paulus tot het geloof en werd enige tijd een reisbegeleider van hem - zie het boek Handelingen en let in de reisverslagen op het wisselend gebruik van ‘wij’ en ‘zij.’ Maria heeft aan hem het grote en intieme gebeuren verteld dat zij als meisje had meegemaakt. Zij had - toen zij dit vertelde aan Lucas - waarschijnlijk de leeftijd van tussen de vijftig en zestig jaar bereikt. Zij kon met de arts Lukas vertrouwelijk spreken over haar grote, bijzondere ervaring als jonge vrouw. Zij wist dat het belangrijk was voor het geloof in de ware identiteit van Jezus de bovennatuurlijke verwekking van Hem met allen te delen, die wilden geloven.
Het past ons met respect naar dit verhaal te luisteren. De integriteit van de schrijver van dit verhaal behoeft niet betwijfeld te worden. Het verhaal is ongekunsteld en geeft geen aanleiding om het als opgesmukt of mogelijk als gedeeltelijk of geheel verzonnen te beschouwen, zoals sommigen in ons land beweren. Dat er in die eerste eeuwen van onze jaartelling verhalen over maagdelijke geboorten van zonen van goden in omloop waren betekent nog niet dat we ook dit verhaal als een soortgelijk mythisch verzinsel moeten beschouwen; het evangelie geeft tot een dergelijke opinie geen enkele aanleiding.
Als we de evangeliën of een deel ervan, zoals dit stukje over de verwekking van Jezus, als een verzinsel gaan beschouwen tasten we de integriteit en betrouwbaarheid van het gehele Nieuwe Testament aan. Daartoe bestaat geen enkele reden, want veel wetenschappelijke onderzoekers zijn van de historische betrouwbaarheid van de evangeliën overtuigd. Ook dit verhaal over de verwekking van Jezus, hoewel boven ons verstand, behoeft niet betwijfeld te worden. Alleen eigenwijs ongeloof zal het afdoen als een mythe, ontstaan - zoals sommigen beweren - als een product van 'extreme verering' van Jezus Christus in de tweede of derde eeuw.
Het woord is vlees geworden
Maria stelde zich ontvankelijk op om het wonder van de verwekking van de Zoon van God in haar schoot te ontvangen. Zij moet zich hebben gerealiseerd dat zij haar reputatie als moreel zuivere jonge vrouw op het spel zette door zichzelf open te stellen voor dit geheimzinnig en uniek gebeuren. Zij opende zich echter voor het goddelijk wonder en ontving haar kind. Mogelijk waren er tijdelijk roddels over haar, maar zij heeft eeuwig respect en eer ontvangen. Niemand zou ooit van deze vrouw nog hebben gehoord als zij zich niet gegeven had aan de wil van God.
Het getuigenis van het evangelie blijft dus staan: Jezus werd verwekt door de Goddelijke Heilige Geest. Hij is de grote onzichtbare derde persoon en kracht van de Almachtige God. Zijn kracht wordt in onze stoffelijke wereld hoorbaar en tastbaar als Hij Woord wordt. Maria voelde het Woord van God levend worden in haar schoot. De apostel Johannes schreef dan ook in hoofdstuk 1:14: "Het Woord is vlees geworden en het heeft onder ons gewoond."
Elk woord van God heeft kracht
Let op wat de engel Gabriël zei. Hij verklaarde niet dat alleen dit Woord van God, dat hij namens Hem tot Maria bracht, kracht had, maar dat elk woord dat uit de mond van God uitgaat vol van kracht zal zijn. Dat wist de profeet Jesaja, die enkele eeuwen voor Christus leefde, ook. Hij zei - ik citeer Jesaja 55:11: "Alzo zal mijn woord, dat uit mijn mond uitgaat, ook zijn; het zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen wat Mij behaagt en dat volbrengen, waartoe Ik het zend."
Veel mensen kunnen ervan getuigen een direct woord van God te hebben ontvangen. Soms kwam het tot hen als een hoorbare stem, soms in een droom of visioen en soms werd er een woord in de Bijbel met grote kracht verlicht, zodat het een bijzondere kracht kreeg; kracht van God.
De apostel Paulus had de kracht van het woord van God leren kennen en hij geloofde er met geheel zijn hart in. Het woord, zoals in het evangelie door God gesproken, had zijn leven dramatisch en blijvend positief vernieuwd en hij wist dat dit woord dit ook voor anderen kon doen. Ik citeer uit Romeinen 1:16: "Want ik schaam mij het evangelie niet, want het is de kracht van God tot behoud voor een ieder, die gelooft."
In Hebreeën 4:12,13 bevestigt de schrijver van deze brief dat het woord van God de kracht heeft om in het innerlijk van de mens het goede en kwade, het negatieve en het positieve, het onheilige en heilige, het vleselijke en het geestelijke van elkaar te scheiden en zo het ware innerlijk van de mens bloot te leggen. Hij schreef: "Want het woord van God is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zo diep, dat het vaneenscheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het schift overleggingen en gedachten van het hart en geen schepsel is voor Hem verborgen." Wij kunnen - op grond van Hebreeën 4:12 - het woord van God vergelijken met het mes van een chirurg, waarmee hij een kwaadaardig gezwel uit het weefsel moet wegsnijden; het is en blijft een pijnlijke operatie, maar hij is nodig. Zorgvuldig scheidt hij het gezonde weefsel van het ongezonde. Wat is het doel van een dergelijke ingreep? Dat de mens verder gezond mag leven.
Slot
Meer dan ooit is deze kracht van het levende woord van God nodig. De zonde neemt toe, zij dringt ook de gemeente van Christus binnen; ongerechtigheid en onreinheid tieren welig. Is het niet urgent in deze tijd dat de kracht van het woord van God ook op deze onderscheidende, schiftende en zuiverende wijze ervaren zal worden? De kracht van God in genezingswonderen is nodig, maar meer nog is nodig de kracht van het Woord dat harten, gedachten en zielekrachten geneest en zuivert. Laat ons bidden dat het woord van God het kwade en het slechte uit de harten zal wegsnijden. Alleen zo is er nog een mogelijkheid tot gezond worden van kerk en samenleving in Nederland. Als dit plaats vind in deze Kersttijd zal het inderdaad echt een gezegende Kersttijd zijn - of niet soms?
Leusden, december
2003
Reageren? E-mail...e: T. J. de Ruiter