Johannes de Heer
geniet in kerkelijk Nederland aan het begin van de 21e eeuw vooral nog
altijd bekendheid door de liederenbundel die zijn naam draagt. Hpe kwam
hij er toe zijn liederenbundel te maken?
Din verhaal begint bij het bezoek van Johannes de Heer aan de Opwekking van Wales aan het begin van de vorige eeuw. De Heer hoorde van die opwekking waarin de evangelist Evan Robers op een machtige wijze door God werd gebruikt en besloot er heen te gaan om zelf dit bijzondere werk van God van dichtbij te kunnen meemaken. Hij ging naar Wales in 1905, toen de opwekking al een jaar aan de gang was en nam enkele broeders van Jeruël, een onafhankelijke stadsevangelisatie, mee.
In één van de samenkomsten, waar Evan Roberts voorging werd Johannes de Heer krachtig aangeraakt. Niet velen zijn op hoogte van wat hij daar heeft ervaren. Daarom geef ik hier een deel van zijn eigen verhaal erover. Ik geef het weer zoals het door hem zelf werd opgeschreven:
“In éen van de bijeenkomsten kreeg ik een visioen. Plotseling zie ik dat er vlak tegenover mij, op den witten muur, in vlammende letters iets geschreven wordt, op dezelfde wijze als dat bij sommige lichtreclames geschiedt, als de eene vurige letter na de andere verschijnt en zij een woord of zin vormen. Ik lees was er staat en tot mijn ontzetting zie ik de vergeten tekst: “Ik zal ze op vlotten van-over-de-zee voeren... en gij zult ze wegnemen; gij zult ook Mijnen wil doen dat gij Mijnen huize spijze geeft.” Niemand zag het behalve ik. Ik stootte onmiddellijk br. van Essen aan en zei hem: “Zodra we thuis zijn moet ik je iets bijzonders zeggen.”
Thuis gekomen vertelde ik hem de heele geschiedenis. En nu was mij de zaak ook klaar als de dag; God zelf had de verklaring van 1 Koningen 5:9 gegeven: Niet een nieuw muziekinstrument, zoals ik had verwacht, doch geestelijke spijze moest ik van over de zee wegnemen om in Holland uit te delen.” (Uit ‘De Heer’, 1926, bladzij 92-93). Het is deze ervaring geweest die de ommekeer in zijn leven betekende, want vanaf die tijd is hij zich geheel gaan bezig houden met evangelisatie in woord en lied.
Als hij in Nederland is teruggekeerd gaat hij overal toespraken houden en samen met br. van Essen reist hij door de meeste provincies. Hij legt de nadruk op bekering en op het verwachten van de Heer Jezus Christus maar hij begaat niet de fout zich aan profetieën te wagen. Hij schreef in die tijd: “Er wordt nagenoeg niet aan de wederkomst van Christus gedacht. En toch wil Christus dat wij waken zullen, want wij weten den dag niet, noch de ure, in welke de Zoon des menschen komen zal. Neen, ik waag mij niet aan voorspellingen! Bij iedere geestelijke opwekking heeft men de profetie gehoord: “Jezus staat te komen!” Maar tot nu toe zijn die opwekkingen gekomen en gegaan en nog altijd vertoeftde Christus. En daarom geen profetie! Maar wel een ernstige waarschuwing! Want de Bruidegom kan komen nu gij deze regels leest. In deze zelfde ure kan het bazuingeschal des archangels de stilte verscheuren om doden en levenden ten oordeel te roepen. Dat vergeet de gemeente.... En nu wil God deze opwekkingssamenkomsten gebruiken om de slapers wakker te maken.” (Ten Broek, 1905, p. 23)
In 1906
is Johannes
de Heer betrokken bij de oprichting van de vereniging ‘De Nederlandse
Tentzending’.
In ditzelfde jaar wordt er een tent met een capaciteit van tweeduizend
zitplaatsen in Apeldoorn ingewijd. Bij deze inwijding was zelfs
koningin
Wilhelmina aanwezig. Het was de tijd van de tentevangelisatie in ons
land. Dikwijls werkten predikanten van Hervormde-, Gereformeerde en
Evangelisch-lutherse
kerken samen in deze prachtige campagnes.
Johannes de Heer was zeer actief en richtte verschillende organisaties op zoals ‘De Maranatha Zending’ en hij wordt de uitgever van het blad ‘Het Zoeklicht’ dat nog altijd bestaat. In 1924 is hij medeoprichter van de N.C.R.V en van deze nieuwe communicatiemogelijkheid weet hij goed gebruik te maken met veel radiotoespraken. Tot 1958 bleef hij hoofdbestuurslid van deze radiovereniging. Hij stierf op 16 maart 1961 op een leeftijd van 94 jaar.
Het is niet gemakkelijk na te speuren wat de oorzaken ervan waren dat dit werk van God wegebde. Mogelijk speelde op de achtergrond het snelle verval van de opwekking in Wales een belangrijke negatieve rol. Toch heeft is zjjn evangelisatie een aantal jaren zeer gezegend geweest en heeft het velen tot vernieuwd geloof en toewijding aan Christus gebracht. Wij weten dat Johannes de Heer ziek werd en in die periode ook de eerste Wereldoorlog, 1914-1918, uitbrak. De consternatie en verwarring in Europa troffen ook zijn arbeid. Hij ging zich toen meer verdiepen in het wereldgebeuren zoals men dat zou kunnen interpreteren in het licht van profetie. Hij schreef in die periode twee geschriften: ‘De Teekenen der Tijden’ en ‘Een Antichristelijke Drie-eenheid’, met die drie-eenheid doelde hij op de Theosofie, het Spiritisme en Christian Science.
Het is duidelijk dat Johannes de Heer met zijn geschriften en liederenbundel een blijvend stempel op het geloofsleven van duizenden heeft gedrukt en dat nog doet. Door hem is het opwekkingsvuur van Wales overgewaaid naar ons land. Ofschoon wij vandaag in 2001 niet van een opwekking kunnen spreken, smeult het vuur van toen toch nog na.
T. J. de Ruiter, pastor en leraar in de Pinksterbeweging
Contact? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter