Het Lam en de 144.000
Prediking van T. J. de Ruiter

"En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met Hem honderdvierenveertigduizend, op wier voorhoofden zijn naam en de naam van zijn Vader geschreven stonden."

Openbaring 14:1-5
 

Inleiding

De meeste uitleggers zijn het erover eens dat het getal van 144.000 verzegelden en toegewijde volgelingn (Openbaring 7:4 en Openbaring 14:1) een symbolische waarde heeft - zoals zoveel andere bijzonderheden die in Openbaring beschreven zijn. Het getal van 144.000 kan wijzen de volheid van geredde mensen uit Israël maar met met Israël kan hier ook het geestelijke Israël worden bedoeld, want allen die tot geloof in Jezus Christus komen worden ingelijfd in Gods volk (Romeinen 2:28; 9:25; 11:17-19).  In deze prediking  volg  ik de  interpretatie  dat 144.000 op een 'bepaalde, niet per se numerieke volheid' slaat van mensen die de Heer bijzonder toegewijd waren. Sommigen leren dat de 144.000 getrouwe getuigen een aparte groep van uitverkorenen is, een soort elite uit de gemeente geselecteerd, maar dit inzicht wordt in het Nieuwe Testament niet ondersteund. Er wordt door sommigen ook wel gesteld dat de groep van 144.000 reeds compleet is en dat er niemand meer bij kan, maar ook deze visie kan niet steunen op de Schrift.

In het visioen dat aan die van het Lam en zijn vrijgekochten vooraf ging, zag de apostel hoe de goddeloze, wereldse macht, gesymboliseerd door een beest en het getal 666, de mensheid volkomen in zijn macht kreeg. Niemand ontsnapte aan onderwerping aan hem. Ieder mens kreeg een merkteken op de rechterhand of op het voorhoofd. Zonder dat merkteken kon je niet kopen of verkopen.

Als dit beeld vervaagt ontvangt de apostel een heerlijk visioen dat in deze prediking onze aandacht krijgt. Het is het visioen van het Lam met zijn honderdvierenveertigduizend vrijgekochten, staande op de berg Sion. Het Lam, het is Jezus Christus, manifesteert zich hier in dit visioen als de hoogste koning, de goddelijke heerser. Hij staat er niet alleen, Hij heeft zijn volk bij zich, het volk dat Hem gevolgd is.

Het Lam en de berg Sion

De Here Jezus Christus wordt getypeerd als een leeuw, de leeuw van Juda en als een lam, het Lam van God. Als leeuw wordt zijn koninklijke heerschappij gesymboliseerd. Hij is krachtigste, de hoogste, de Koning der Koningen en de Heer der heren. Als lam is Hij degene die zich liet gewillig liet slachten als offer voor de zonde. Johannes de Doper wees hem als zodanig aan (Johannes 1:29;36: "Zie het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt").

Het is merkwaardig dat Johannes de Heer vooral ziet in zijn hoedanigheid als schuldoffer voor de zonde van anderen want daarop duidt de benaming 'Lam van God.' Johannes was waarschijnlijk één van die twee eerste discipelen - lees  Johannes 1:35-41 - die met deze benaming 'het Lam van God' op Jezus werd gewezen. Deze eerste aanduiding van Jezus heeft blijkbaar een onuitwisbare indruk bij hem achtergelaten. Hij was nog bij hem toen hij in zijn ouderdom de Openbaring schreef. Het Lam staat met zijn menige vrijgekochten op de Berg Sion. Die berg was en is voor de Joden, de belangrijkste berg in de gehele wereld. Sion, de burchtberg, is voor de Joden sinds David haar veroverde op de Jebusieten de hoogste in de wereld, niet in letterlijke zin, maar als symbool van haar hoge roeping, de berg van de grote Koning. Sion zal de berg zijn, zo wordt in Joodse profetie gezegd, waar vandaan de wereld geregeerd zal worden en de wet zal uitgaan. De proclamatie van dit heerlijk visioen is, afgezet tegen het voorafgaande, dat de uiteindelijke heerschappij over de mensheid niet zal berusten in de klauwen van het goddeloze monster van wereldmacht, dat mensen onderdrukt en doodt maar bij het Lam van God. Dit is de kernboodschap van dit visioen. Het beest sleept de mensheid in zonde mee maar het Lam neemt de zonde weg.

De 144.000

Het Lam heeft 144.000 vrijgekochte mensen bij zich. Zoals het beest de mensen merkte op hun voorhoofd zo heeft het Lam zijn mensen gemerkt. Zijn naam en die van zijn Vader staan op hun voorhoofd geschreven.

Dan komt er een stem uit de hemel, een stem als van vele wateren, het is de stem van de bron van levend water die de dorst van alle mensen wil en kan lessen, de stem van de 'Zoon des mensen' (Openbaring 1:15). De stem klinkt ook als een zware donder, dit wil duidelijk maken dat de stem grote kracht heeft, groot gezag, het is de stem vanuit de troon, de stem van de almachtige God. De stem klinkt ook als die van citerspelers - hij is melodieus. De stem heeft muziek in zich, is vriendelijk, rustgevend, aangenaam om naar te luisteren, genezend, sprankelend.

De 144.000 staan op de Sionsberg, maar ook voor de troon. Zij zijn op aarde, maar ook in de hemel, en is dit niet typisch voor de gemeente die zowel een aardse als een hemelse gemeenschap is, nu reeds en straks in volle realiteit. Zij zingen een nieuw gezang, dat alleen zij kunnen leren want alleen de verlosten kennen het lied van verlossing, dankbaarheid,lofprijs en aanbidding. Alles wat Johannes hier beschrijft is zo zinvol, zo betekenisvol, zo wonderlijk schoon en indrukwekkend.

Over de 144.000 wordt gezegd dat zij:

-  De losgekochten van de aarde zijn.
-  Zij zich niet met vrouwen hebben bevlekt
-  Het Lam volgen, waar het heengaat.
-  De eerstelingen uit de mensen zijn.
-  Onberispelijk zijn.

U zult het met me eens zijn, dat deze mensen heel bijzonder voor het Lam en zijn Vader moeten zijn. Laat ons nadenken over deze vijf aspecten van deze volgelingen van Jezus Christus.

De losgekochten van de aarde

De apostelen leerden dat allen, die geloven zich als gekocht en betaald mogen weten met het bloed van Jezus Christus. Paulus in de 1e brief aan de Korintiërs, 6:20: "Gij zijt gekocht en betaald, verheerlijkt dan God met uw lichaam." De apostel Petrus in 1 Petrus 1:18,19, "wetende, dat gij niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, zijt vrijgekocht van uw ijdele wandel, die u van de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbare bloed van Christus, als een van onberispelijk en vlekkeloos lam."

Zij hebben zich niet met vrouwen bevlekt

Het volgende aspect van deze 144.000 wordt genoemd: zij hebben zich niet met vrouwen bevlekt, want zij zijn maagdelijk. Ik laat het aspect van onberispelijkheid hiermee samenvallen.

Dit mag niet worden uitgelegd alsof het hebben van natuurlijke seksuele gemeenschap binnen het huwelijk als een bevlekking zou moeten worden opgevat. Het celibaat is geen verplichting voor gelovigen, ook niet voor de geestelijke leiders. De enig aanvaardbare en schriftuurlijk uitleg is dat deze mensen een toegewijde reinheid hebben nagestreefd om een optimale band met hun Heer en Heiland te onderhouden. Dat sommigen met een bijzondere gave van onthouding ongetrouwd blijven maakt een keuze om ongehuwd te blijven mogelijk, maar zij zijn daarin vrij (1 Korintiërs 7:7).

De meeste uitleggers stemmen overeen dat het hier niet om mannen gaat die in celibaat hebben geleefd. Zelfs de Roomse Kerk gebruikt officieel deze tekst niet voor het benadrukken van het celibaat voor haar priesters alhoewel hij wel ter ondersteuning wordt genoemd. Ook mag deze tekst niet worden gebruikt als een argument tegen het huwelijk voor gelovigen, want het huwelijk is een door God ingestelde staat en dient in ere te worden gehouden. Een getrouwde man is niet - ook niet in geestelijke zin - bezoedeld. Neen, wij zullen deze beschrijving van maagdelijkheid van de 144.000 opvatten als een symbolische waardering van hun absolute trouw aan Jezus Christus. Deze 144.000 dienden Hem met een onverdeeld hart en een toegewijd leven. Zij lieten zich niet verleiden tot geestelijk overspel, maar hielden hun hart rein, gewijd aan de Heer; er was geen plaats voor iemand anders. Zij konden met hun gehele hart naar waarheid zingen: "U behoort geheel mijn hart en leven toe."

Wij treffen de voorstelling van de gemeente als een maagd eerder in het Nieuwe Testament aan. Paulus schreef in 2 Korintiërs 11:2 - dat hij de gemeente als een reine maagd aan Christus wilde verbinden. Aan de gemeente te Kolosse schreef hij in Kolossenzen 1:21,22, dat Christus haar 'heilig en onbesmet en onberispelijk' voor zich wil stellen. Paulus wist dat dit het plan van God voor de gemeente  is en dat Hij dit bereiken wil. De gelovigen moeten zich niet laten afbrengen van de hoop van het evangelie dat zij gehoord hadden en dat verkondigd is in de ganse schepping. De apostelen vergeleken de gemeente dus met een ongerepte, maagdelijke vrouw die het eigendom van Christus wordt.

Paulus in zijn brieven aan de gemeenten en Johannes in zijn Apocalyps, de Openbaring, stemmen dus overeen in deze visie op de gemeente. Want dat het getal van 144.000 hier de volheid van de gemeente voorstelt wordt door de meeste uitleggers niet betwijfeld. Als het getal twaalf sinds de twaalf zonen van Jaocob, de compleetheid van het volk van God voorstelt, moet dit enorme veelvoud ervan, 144.000, een 'supervolheid' voorstellen. Ten overvloede: wij nemen het getal van 144.000 duizend dus niet als een numerieke grootheid, maar verstaan het in het kader van de apocalyptische symboliek. Ook Hebreeën 12:22,23 ondersteunt deze interpretatie van de 144.000 als de gemeente, want we lezen er: "Maar gij zijt genaderd tot de berg Sion... en tot een feestelijke en plechtige vergadering van eerstgeborenen, die ingeschreven staan in de hemelen."

Het Lam volgen, waar het heengaat

Hier wordt gewezen op trouwe, loyale en toegewijde gehoorzaamheid aan Jezus Christus. Zoals de dscipelen Hem tijdens zijn leven en bediening volgden, zo mogen allen na hen, Hem volgen door zijn Geest geleid. Kom ik dan nu tot het vierde aspect: De 144.000 zijn de eerstelingen vanuit de mensheid.

Eerstelingen

Paulus leerde dat de gelovigen, in het doel van de grote oogst van het werk van Jezus Christus, als eerstelingen waren. 2 Tessalonicenzen 2:13: "Maar wij behoren God ten allen tijde om u te danken, .... dat God u als eerstelingen zich verkoren heeft tot behoudenis." Er komt een grote oogst van zielen die door hun geloof in Jezus gered zijn voor de eeuwigheid. Voordat het werk van Jezus Christus echter tot volle groei en wasdom in de mensheid zal komen is er de vroege oogst, de allereerste vrucht, die gerijpt is; die geeft veel reden tot dankbaarheid en schept verwachting van de volledige oogst. Daarom werd er van de eerstelingen van de oogst op het land een speciaal offer aan God gebracht. Johannes ziet hier het Lam met de eerste vrucht van zijn verzoeningswerk op de berg Sion staan. Die menigte van 144.000 is de eerste opbrengst van zijn verlossingswerk. Deze mensen schonken Hem geloof en volgden Hem; zij zijn Hem zeer dierbaar. Ze zijn onbevlekt en onberispelijk in hun toewijding aan de Heer. Opnieuw kunnen we, gelet op het onderwijs van de apostelen, deze menigte van 144.000 identificeren als de geestelijke volheid van de gemeente, bestaande uit geloven uit Israël en de heidenen.

De 144.000 en jij

Wij geloven en ervaren dat de Heer nog bezig is zijn gemeente uit alle volkeren en stammen te vergaderen. In mijn laatste studies van het geheimenis van de volheid, zoals gesymboliseerd vastgelegd in het getal 144.000, kwam ik tot de conclusie dat deze 'volheid' kan slaan op het bereikt hebben alle volkeren en stammen met het evangelie. Let op wat Paulus schreef over 'de volheid van de heidenen' in Romeinen 11:25: "Want, broeders, opdat gij niet eigenwijs zoudt zijn, wil ik u niet onkundig laten van dit geheimenis: Een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid van de heidenen binnengaat."

Als prediker die wil staan op het getuigenis van de Schrift, op het fundament door de apostelen gelegd, heb ik goed nieuws, wonderbaar nieuws: de volheid van de gemeente is nog niet bereikt, we leven nog in het 'gemeentetijdperk.' Het Lam en zijn Vader zijn nog bezig eerstelingen te oogsten uit alle volkeren en stammen. Dus ook u kunt er nog bijkomen.

Slot

Het boek Openbaring sluit niet af met de boodschap: "Sorry, hoor, de club is voltallig, pech voor je, je bent te laat!" Neen, in Openbaring 22:17 is de gezamenlijke uitnodiging van de Geest en de Bruid nog in volledig actueel: "Indien iemand dorst heeft, hij kome en drinke." Die stem als van vele wateren, klinkt nog vandaag en de wateren willen een ieder verfrissen, die wil drinken.

Ik leg je een indringende vraag voor: "Wie volg je eigenlijk in je leven? Draagt jouw leven het teken van de wereld, de goddeloosheid, of draag je het teken van het Lam met je mee? Kunnen mensen aan je zien dat je van Jezus bent? Neen, niet aan het kruisje aan het kettinkje om je nek of op je revers. Dat kruisje zegt tegenwoordig zo weinig. Ik zie soms halfnaakte popartiesten met een kruisje aan een ketting lopen, wat betekent het eigenlijk voor hen? Een soort van amulet? Een symbool van bijgeloof?" Als je van Jezus bent, in Hem gelooft, geloof dan in Hem met je gehele hart en wijdt Hem geheel je leven - met minder is Hij niet tevreden. Hij gaf zijn al, Hij wil jou geheel bezitten. Maak een beslissing vandaag - misschien voor het eerst of bij vernieuwing - en zeg: "Ja, Jezus, ik wil U geheel toebehoren." Amen.

~~~~~~~~~~~~~~~

~~~~~~~~~~~~~~~

Een vraag? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter

Voor instandhouding van de bediening van Teun & Tessa de Ruiter kunt u een bijdrage storten op rekening 48.13.69.376 van T. J. de Ruiter bij de Abn-Amrobank.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
site 'Informatie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010 / pagina vernieuwd 1 augustus 2010 / Pastor T. J. de Ruiter / The Netherlands