Beslis voor ware vrijheid!

een prediking van pastor T. J. de Ruiter, gehouden op D-day, zondag, 6 juni 2004

"Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen." Galaten 5:1

Inleiding

Vandaag, 6 juni 2004, is het D-day, Decision Day, dat is 'Dag van de Beslissing.'  Want precies 60 jaar geleden, op deze datum, vielen de Geallieerden, de legers van de Verenigde Staten, Canada en Groot Britannië het vasteland van West Europa binnen. Dit deden zij op de kust van Normandië in Frankrijk. Met schepen en landingsvaartuigen staken zij zo stil mogelijk het Kanaal over en in die vroege, mistige ochtend van die 6e juni landden bijna 133.000 soldaten op de stranden. Hoog in de duinen en rotsen van de kust begonnen de Duitse soldaten vanuit hun zware bunkers op hen te schieten. De geallieerde soldaten moesten van hun landingsvaartuigen door het water naar het strand waadden. In het water en kletsnat op het strand waren vooral de eerste bestormers praktisch weerloos. Tienduizend soldaten vielen er op die dag. De overlevenden, nu oude mannen, zien nog steeds de beelden van die dag: gewonde, om hulp roepende soldaten en ze horen nog de doodskreten van de duizenden, die rondom hen stierven. De Duitse verdediging werd later uitgeschakeld en de geallieerde troepen rukten op, eerst door Frankrijk, toen naar België en toen naar ons land. Zoals we weten heeft het sinds die 6e juni van 1944 nog 11 maanden geduurd, tot 5 mei 1945, totdat geheel Nederland was bevrijd. Duizenden jonge mannen van de geallieerden hebben hun leven gegeven om ons en geheel West Europa te bevrijden van een machtswellustige, wrede en waanzinnige Hitler en zijn Nazi kliek. Na zestig jaar zijn we nog steeds dankbaar voor de offers van jongemannen, die alles gaven om ons de vrijheid terug te geven en ons te bevrijden van een wrede onderdrukker.

Wij beschouwen en vereren al die gestorven soldaten als helden. Natuurlijk kenden zij angst en de gedachte om het op te geven moet meer dan eens bij velen zijn opgekomen, toch hebben zij doorgezet en wij genieten 60 jaar later nog van de verworven vrijheid.

Er is alle reden om er regelmatig over na te denken hoe wij met die vrijheid omgaan. Of wij de verworven vrijheden nog altijd goed benutten en volgens de hoge idealen van toen nog leven, als volk en als individuen.

De geschiedenis van D-day en de vrijheid, die ons als volk werd terug gegeven, bepaalden op deze zondag mij bij de tekst, die boven deze prediking staat - ik lees hem nog een keer. Galaten 5:1: "Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen."

Ik wil bij twee vragen stil staan en die beantwoorden:

1. Waarvan heeft Christus ons vrijgekocht?
2. Houden wij in de vrijheid stand, die Hij ons heeft gegeven?

1. Waarvan heeft Christus ons vrijgekocht?

a. Hij heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet; Galaten
     3:13.

b. Hij heeft ons vrijgekocht van onze ijdele wandel; 1 Petrus 1:18.

c. Hij heeft ons verlost uit de macht van de duisternis;
    Kolossenzen 1:13.

      a. Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet

Om te begrijpen wat dit voor de gelovigen betekende aan wie de apostel Paulus schreef moeten we iets afweten van de situatie, waarin de Joden en allen, die zich aan hun onderwijs blootstelden en hadden onderworpen, toen  verkeerden. De Joodse religie stond letterlijk bol van de ceremoniële en rituelen, van voorschriften en wetten, die alles in het leven regelden. Het bekende voorbeeld, dat we ook in de evangeliën aantreffen is dat van de 'sabbatsreis.'  De sabbatsreis was de afstand die men op sabbat mocht wandelen en die niet als werk werd veroordeeld door de wetgeleerden. Liep men iets langer dan de sabbatsreis dan was dit werk op sabbat en werd men ervoor veroordeeld.

De grond voor al die Joodse wetten en voorschriften was de Tora, het wetboek van Mozes. Maar men had tot in allerlei details alles uitgewerkt en was er ook voortdurend mee bezig. De meeste discussies tussen de Joodse wetgeleerden en Schriftgeleerden en hun onderwijs gingen dan ook over allerlei details, wat wel of wat niet mocht, wat wel overtreding en wat geen overtreding van de wet was. Er werd geleerd dat alleen de Jood, die de wet punctueel hield en niets overtrad, rechtvaardig voor God stond. De schriftgeleerden waren er zeker van dat zij in de beste positie verkeerden om de wetten te houden, maar de menigte gewone mensen beschouwden zij als vervloekt, omdat zij de wet niet kende; zie Johannes 7:49.

Terecht ervoeren velen dit wetstelsel als een grote last. De apostelen wisten dat Jezus de wet had volbracht en hen ervan had bevrijd en zij verkondigden vrijheid van de wet door het geloof in Christus. Dit was een waarlijk revolutionaire prediking, die bij de Joden dan ook veel verzet opwekte. Paulus leerde het zo: Christus stierf en over een gestorven persoon heeft de wet geen kracht meer, die geldt slechts tot aan de dood. Toen Christus opstond uit de dood was Hij in een nieuwe levensstaat gekomen en in die nieuwe staat kon de wet geen aanspraak meer op Hem maken. Bovendien leefde Hij in de nieuwe hoedanigheid van een geestelijk leven. Paulus leerde dat wie in Christus gelooft met Hem gestorven en opgestaan is. Als je dit gelooft kun je God in vrijheid dienen, vrij van de wet, en heb je eeuwig leven. "Heerlijk toch," juicht de christen opgelucht, "ik ben bevrijd van de wet, want zo'n wet is een ware vloek."

    b. Hij heeft ons vrijgekocht van onze ijdele wandel; 1 Petrus 1:18

Met deze verklaring wijst de apostel Petrus op dezelfde geestelijke waarheid als de apostel Paulus. Het leven naar de wet, zelfs al leefde je heel punctueel en nauwgezet had geen waarde voor de eeuwigheid. Verbrak je namelijk één wet, dan zondigde je tegen de gehele wet en dan was je dus gelijk veroordeeld. Hoe goed je dus ook je best deed volgens de wet te leven - het had allemaal geen zin; want onherroepelijk maakte je vroeger of later toch een overtreding. Dus kon het eeuwige leven wel vergeten. We zien dit in het geval van de rijke jongeling, die Jezus wilde uitdagen met erop te wijzen dat hij al de geboden van zijn jeugd had gehouden. Jezus zei tot hem dat als hij het eeuwige leven wilde beërven, hij alles maar moest verkopen en Jezus gaan volgen. Dit woord van Jezus bedroefde hem want hij had veel goederen en daar zat hij aan vast; zie Matteüs 19:22. De apostel weet dat de gelovige door de dood van Christus is vrijgekocht van de nutteloze, wettische levenswijze. De gelovige is vrij om onder genade te leven. In het nieuwe leven, dat van de vrijheid van Christus, gaat het niet meer om zinloos, wettisch ritueel handelen, maar om een levensstijl, die in zichzelf waardevol is en God behaagt.

    c. Hij heeft ons verlost uit de macht van de duisternis; Kolossenzen 1:13.

Omdat de wet ons onder het oordeel plaatste vanwege ons onvermogen, onze zwakheid, haar volmaakt te houden, hadden de duistere machten ons in hun macht. God zag ons onder zijn rechtvaardig en streng oordeel gebonden en er was geen verzoening mogelijk, dat stond de wet in weg. Christus heeft onze schuld op zich genomen. De zondeschuld is van ons afgevallen en de mens weet zich - als hij het gelooft - vrijgesproken. Vrijheid van schuld, vrijheid om onder de liefde en zorg van de Almachtige God te leven. Wie dit weet en praktiseert, weet zich bevrijd van de macht van de duisternis. Satan heeft geen macht over hem, die weet dat zijn zondeschuld is betaald en verzoend is met God.

De gelovige, die staat in deze vrijheid, die Christus voor Hem heeft verworven, zal zich niet laten binden door demonen of andere boosaardige geesten. En als er boze geesten proberen zich van hem meester te maken, zal hij fier staan in de vrijheid en autoriteit van het kindschap van de almachtige God.

Ik denk terug aan taferelen, die zich in het proces van de bevrijding van de Duitsers aan het eind van oorlog, zich hier en daar afspeelden. Sommige Duitse soldaten wisten niet gelijk dat zij hadden verloren, dat de geallieerden bezig waren ons land te bevrijden en een groot deel reeds hadden bevrijd. Zij probeerden Nederlanders hier en daar in dorpen of steden nog te intimideren. Maar moedige burgers wisten meer dan deze soldaten of Duitse legeronderdelen, en vierden de vrijheid, staken de vlag uit en trokken zich niets meer aan van het machtsvertoon van sommige Duitsers. "Wij zijn vrij," werd er hun toegejuicht, "jullie hebben verloren, geef je over en vertrek, wij zijn vrij!"

De christen, die zich  bevrijd weet in Christus, zal ook als hij bedreigd en geïntimideerd wordt door de onreine en boze machten stand houden want Christus heeft op de D-day van zijn kruisiging en opstanding de vijand van onze ziel verslagen! De christen wijst daarom zonde resoluut af en hiermee alle binding met de duistere machten. Hij blijft staan in de vrijheid, bevrijd van alle duistere machten. Geloof je dit? Zeg "amen" als je gelooft!

2. Houden wij stand in de vrijheid, die Hij ons heeft gegeven?

Zestig jaar geleden begon de bevrijding van West Europa en volgend jaar is het zestig jaar geleden dat ons land op 5 mei geheel bevrijd was. Deze historische feiten zijn zeker redenen om ons af te vragen wat wij met de zo duur gekochte vrijheid - duizenden jongemannen gaven toch hun leven voor ons - hebben gedaan.

Ik stel hier de vraag of we als landen van West Europa nog op een waardige wijze leven. Een wijze, waaruit niet slechts onze dankbaarheid jegens de toenmalige geallieerden blijkt, maar bovenal onze dankbaarheid jegens God. Hoeveel hebben onze ouders in die dagen van de bezetting niet gebeden tot God om bevrijding en Hem gesmeekt ons verdrukte volk te hulp te komen. De kerken waren in de jaren van de oorlog elke zondag vol. Maar na de bevrijding in mei 1940 zag men geleidelijk aan steeds minder mensen naar de kerk komen. En vandaag de dag worden kerkgebouwen verkocht om als pakhuis te dienen of gewoon gesloopt.

Maar hoe staat het met jouw persoonlijke vrijheid in het geloof? Hoe staat het met de vrijheid, waarin Christus je heeft gesteld?

Christus heeft ons, jou en mij, vrijgemaakt uit de macht van de duisternis, uit de macht van de zonde, uit de macht van de verdoemende wet. Maar houden wij in de vrijheid stand of zijn we terug gegleden in de geestelijke sfeer, waarin deze machten ons opnieuw kunnen binden?

Het gevaar van terugval uit het geloof is niet denkbeeldig. Paulus moest zich afvragen of de Galaten niet waren teruggevallen. Lees Galaten 3, vers 1-5 en je voelt hoe bezorgd Paulus over deze gelovigen was. Hij vroeg hen of zij, nadat zij in de geest begonnen waren, toch weer in het vlees geëindigd waren. Jazeker, een gelovige kan terugvallen in een wettische instelling en kan terugvallen onder machten, die een gelovige opnieuw binden. In de tekst voor deze prediking roept Paulus deze gelovigen op stand te houden en zich niet opnieuw een juk van slavernij, een last van onderdrukking, te laten opleggen.

Het gevaar van terugval in een streng wetticisme is ook vandaag aanwezig, een opnieuw gebonden worden door de macht van duisternis is mogelijk. Het blijft noodzakelijk om voortdurend waakzaam en geestelijk in intieme gemeenschap met de Heer te blijven, de God van de vrijheid.

Sommigen leren dat we de sabbat en de Joodse feesten moeten houden. Er zijn er ook die leren dat we ons moeten laten besnijden. Waarom? Om God te behagen, om gehoorzaam te zijn aan de Heilige Geest? Ik zeg je dat de Heilige Geest er helemaal niet in geïnteresseerd is of wij de sabbat en de Joodse feesten houden of koosjer voedsel eten. Hij is er wel geïnteresseerd in dat wij in de vrijheid blijven staan, die Christus ons met zijn kostbaar bloed heeft verworven en dat we een nieuwe schepping zijn in Christus. Ik citeer Paulus in Galaten 6:15,16: "Want besneden zijn of niet besneden zijn betekent niets, maar of men een nieuwe schepping is. En allen, die zich naar deze regel zullen richten - vrede en barmhartigheid kome over hen, en ook over het Israël van God."

Slot

D-Day is geen feestdag, maar een dag van herinnering. Als de D-Day van het geloof kent - je hebt besloten Christus te volgen, in het Engels "I have decided to follow Jesus," dan kan je wel feestvieren. Christus gaf zijn leven aan het kruis, stortte zijn bloed uit, we gedenken dit in de viering van het Heilig Avondmaal. Het Heilig Avondmaal is echter niet slechts een gedenken aan wat Hij voor ons heeft gedaan, het is ook een feestmaal. Dat mag, want de apostel schreef in 1 Korintiërs 5:7a,8b: "Want ook ons Paaslam is geslacht: Christus. Laten we derhalve feest vieren, niet met oud zuurdeeg, noch met zuurdeeg van slechtheid en boosheid, maar met het ongezuurde brood van reinheid en waarheid."

Ik roep een ieder op om zich te onderzoeken aan de hand van twee vragen:

a.  Weet ik echt dat ik door het geloof waarlijk vrij gezet ben in
     Christus?

b.  Houd ik stand in de vrijheid, waarin Christus mij heeft vrij gezet
     en laat ik mij niet opnieuw een juk van onderdrukking
     opleggen?

Laat ons enkele momenten, een ieder voor zichzelf, zoeken naar een eerlijk antwoord op deze vragen. Daarna bidden we hulp van God om indien ons antwoord niet positief kon zijn. Hij wil ons vrij zetten en ons bijstaan om erin te blijven standhouden. Amen

~~~~~~

Een vraag? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter

Voor instandhouding van de bediening van Teun & Tessa de Ruiter kunt u een bijdrage storten op rekening 48.13.69.376 van T. J. de Ruiter bij de Abn-Amrobank.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
site 'Informatie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010 / pagina vernieuwd 29 juli 2010 / Pastor T. J. de Ruiter / The Netherlands