Indien U hier was geweest

een prediking van pastor T. J. de Ruiter, augustus 2004

Tekst: Johannes 11:32, "Here, indien Gij hier geweest waart, zou mijn broeder niet gestorven zijn."

Inleiding

Het elfde hoofdstuk van het evangelie naar Johannes gaat uitvoerig in op één van de grootste wonderen, die Jezus had verricht: de opwekking van Lazarus. Lazarus was vier dagen dood geweest en de aanblik van hem, strompelend uit de spelonk, strak ingebonden in zijn begrafeniskledij, moet een onuitwisbare indruk gemaakt hebben op allen, die dit aanschouwden - dus ook op Johannes.

We kunnen ons er iets van voorstellen. Als we het verhaal lezen van de opwekking van Daniël Ekechukwu in Nigeria op 2 december 2001 in Nigeria en naar de video kijken, voelen we iets van de ontzetting, de verbazing, de vreugde, die zijn terugkeer tot het leven de aanwezigen vervulde. Wilt u dit verbazingwekkende verslag van de opwekking van Daniël Ekechukwu zelf zien, kan kunt u onderaan via e-mail contact maken voor de bestelling ervan.

Het verhaal in Johannes hoofdstuk 11

Jezus was in het land aan de andere kant van de Jordaan, het huidige Jordanië. Veertig a vijftig km van Hem verwijdert lag aan de westkant van de Jordaan, dichtbij Jeruzalem het dorpje Bethanië, waar Marta, Maria en Lazarus woonden, een broer en zijn twee zusters. Er was een vriendschappelijke relatie met Jezus ontstaan en dikwijls hadden zij Hem en zijn discipelen gastvrij verwelkomd en onderdak geboden. We vinden enkele stukjes in de evangeliën, die ons over de relatie met Jezus vertellen. Bekend is het verhaal, dat over Maria vertelt, die aan de voeten van Jezus zat, terwijl Marta bedrijvig heen en weer liep om Jezus en zijn discipelen te verzorgen; zie Lucas 10:38-42.

Jezus hoorde van de ziekte van Lazarus en het verzoek van de zusters om onmiddellijk te komen. Toch bleef Hij toch twee dagen, waar Hij was, daarna ging Hij naar Bethanië. Jezus wist dat Lazarus reeds gestorven was toen de ijlbode bij Hem arriveerde. Want toen Jezus vier dagen later in Bethanië arriveerde was Lazarus reeds vier dagen dood. De ijlbode moet er één dag over gedaan hebben om bij Jezus te komen. Jezus bleef nog twee dagen, waar Hij was en daarna had Hij ook een dag nodig om naar Bethanië te gaan. Jezus wist dat Lazarus was gestorven. Het verblijdde Hem dat Hij door de dood van Lazarus een grote gelegenheid kreeg om te tonen wij Hij was, opdat zijn discipelen in Hem zouden geloven; zie vers 15.

Niemand begreep de handelwijze van Jezus en wat Hij van plan was, zelfs zijn eigen discipelen niet. Alles bleef volkomen raadselachtig, tot het moment dat de gestorven Lazarus in zijn grafkleding uit de nog naar zij eigen doodslucht stinkende spelonk kwam strompelen. Het aanschouwen van die levende dode moet voor allen, die het aanschouwden met eigen ogen, een moment van zowel grote ontzetting als een enorme verbazing zijn geweest.

Jezus liet Lazarus sterven met het doel zijn heerlijkheid als Zoon van God te manifesteren en opdat door dit onbegrijpelijke gebeuren heen, men met meer overtuiging en liefde in Hem zou geloven. De opwekking had inderdaad het resultaat dat veel Joden in Hem gingen geloven, dit tot grote ergernis en woede van de leiders van het volk. Zij belegden dan ook kort daarna een speciale vergadering om erover na te denken hoe zij Jezus nu zo snel mogelijk uit de weg konden ruimen; zie 11:45-53.

Indien U hier was geweest, dan zou….

Het was uitermate pijnlijk voor Marta en Maria dat hun broer aan een ziekte was gestorven, terwijl zij bevriend waren met Jezus, die de zieken kon beter maken. Het moest pijnlijk en smartelijk zijn geweest voor Lazarus om te lijden en te voelen dat zijn einde naderde, tenzij…. ja, tenzij Jezus zou komen en het genezende woord zou spreken. Maar Jezus kwam niet en hij blies de laatste adem uit.

Er moeten hardnekkige, pijnlijke vragen zijn geweest voor Marta en Maria in die dagen. Zij moeten hebben gedacht: "Jezus had best wel kunnen weten dat zijn vriend Lazarus ziek was en eraan kon sterven, want het was zeer ernstig." Het was een beproeving voor hun geloof in Hem, dat kunnen we zeker wel stellen. "We hebben ons zo uitgesloofd voor Hem als Hij bij ons was, en nu is Hij er niet. Is Hij wel die beloofde Messias. Is Hij wel de Zoon van God?"

Toen Jezus na vier dagen eindelijk in Bethanië aankwam klonk er dan ook een verwijt richting Jezus: "Heer, indien U hier was geweest, dan zou mijn broeder niet zijn gestorven." Ik pauzeer hier - ofschoon uit de volgende zinnen blijkt dat zij haar geloof in Hem niet was kwijt geraakt. Die eerste zin heeft mij bezig gehouden: "Heer, indien U hier was geweest, dan zou mijn broeder niet zijn gestorven." Want in zekere zin was Hij wel bij de zusters en bij de stervende Lazarus aanwezig. Door de Heilige Geest wist Hij wat er met Lazarus aan de hand was en ook dat hij was gestorven. "Lazarus, onze vriend is ingeslapen," zei Hij tot zijn discipelen in vers 11. Zij dachten gelijk: "Ha, dat is mooi. Lazarus slaapt dan wordt hij beter." Maar Jezus bedoelde ermee aan te geven dat hij gestorven was. Het bleef moeilijk - ook voor de discipelen om het handelen van Jezus te verstaan. Maar nog even geduld en zij waren getuigen van één van de grootste wonderen, die Jezus ooit had verricht.

God, waarom hoorde U niet ons gebed, deed U niets…

Een verwijt als dat van Maria is dikwijls naar de hemel geschreeuwd of gezucht. Velen hebben in nood gebeden om een verlossend handelen van God, maar het kwam niet; het ging niet zoals zo vurig werd gehoopt. En veel gelovigen hebben sinds deze gebeurtenis gedacht en gezucht: "Het was heel anders verlopen als Jezus bij ons was geweest, maar Hij was er niet."

Jezus is niet meer bij ons in het lichaam, Hij is in de hemel. Toch is Hij wel bij ons, zijn Geest is er. Hij zei dat het zelfs beter was dat Hij heenging, want dan kon de Trooster, de Heilige Geest, komen en bij ons en in ons zijn. Dat geldt ook voor ons vandaag, twintig eeuwen later. De Heilige Geest, de ander, die als Jezus is, is bij ons en kan grote dingen doen. Maar die groter wonderen gebeuren ook niet altijd, ofschoon de Heilige Geest er is. Dat plaatst menigeen voor hetzelfde vraagstuk als waarvoor Marta en Maria zich zagen gesteld. Indien Jezus er zou zijn, dan zou…..  vul maar in.

Ik zal een paar voorbeelden geven, waarin een schreeuw tot God werd geuit, een verwijt, een klacht, een vraag. Dan zullen we ook zien wat er volgde, hoe hoe het afliep. Want zoals deze zusters het antwoord van de Heer kregen en zijn liefde zagen in de opwekking van Lazarus, zo hebben veel gelovigen in hun nood, toen God ver weg leek, toch daarna de liefde en de kracht van God ervaren. Hun schreeuw van vertwijfeling en pijn tot God werd gestild en of veranderd in grote dankbaarheid en vreugde, of in gelovig wachten op het definitieve heil, dat God bereidt voor allen, die Hem liefhebben; een uitzien naar de jongste dag, waarop, naar zijn belofte, allen zullen worden opgewekt en alles worden vernieuwd.

God, waar was U?

Daar was die jonge, kerkelijke vrouw, die bruut werd verkracht en het maar uitriep jaren lang: "God, waar was U, toen ik werd verkracht? Zag U dat niet? Wist U dat niet? Als U het geweten had, was U toch opgetreden

Zij kwam met haar pijn en ellende in een evangelische bijeenkomst en hoorde de boodschap van de liefde van Jezus. Zij vroeg de predikant na afloop te spreken. Zij zei met gekwelde boosheid tot hem: "Zeg me, waar was God toen dit me werd aangedaan, waar was Hij?" Het antwoord kwam: "Toen u werd verkracht, was God erbij. Het werd Hem aangedaan en voelde ook het onrecht dat u werd aangedaan en de pijn, die u moest doorstaan." Zo had ze nooit over God gedacht. Dit antwoord was als de balsem van Gilead in haar hart en de wond werd geheeld. Zij geloofde dit woord over God en ervoer de opwekkende, genezende kracht van het geloof.

Is er een bijbelse basis om zoiets te zeggen tot een verkrachte vrouw? Jazeker, lees Jesaja 63:8 en 9. Hier wordt door de profeet gezegd dat God het benauwd had in al de benauwdheid van zijn volk Israël. God had zijn volk lief en hoewel het afdwaalde van Hem volgde Hij het en zag hoe het zo dikwijls leed en benauwdheid en Hij voelde de pijn en had het ook benauwd.

God, waar was U?

Tessa en ik stonden eens aan het graf van ons derde kind, Grace Esther, in september van 1976. Volgende week, de eerste week van september, is het 28 jaar geleden dat zij, nog zo jong, stierf. Ik zal eerlijk zijn. Ik heb die vraag toen ook wel eens gesteld: "Jezus, waarom was U er niet en liet haar sterven? Jezus, U kunt haar toch tot het leven terugbrengen?"

Het heeft wel enige tijd geduurd voordat ik zag welke nieuwe dingen God in mij wilde bewerken. Maar ik geloof ook wat Jezus zei tot Marta in vers 25: "Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven." Grace geloofde, zij zong zo graag over de hemel en zij danste. Op haar grafsteen lieten we beitelen: "Zij danst voor Jezus in de hemel."

En zo komt van tijd tot tijd die haast onvermijdelijke vraag, een schreeuw van vertwijfeling en pijn, in het leven van elk kind van God als hij wordt geconfronteerd met het onbegrijpelijke, met iets dat niet te rijmen valt met de grootheid, de goedheid en de liefde van God: "God, waar bent U? God weet U niet wat er hier gebeurt? God, waarom treedt U niet op en bevrijdt mij uit deze ellende, deze nood?"

God, indien U hier was geweest..

Is dit verwijt, deze vraag, niet dikwijls naar de hemel opgezonden? Ik zou zelfs willen stellen dat hij duizenden malen per dag aan God wordt gesteld. Mensen sterven - waaronder ook veel gelovigen - onverwachts of na een slopende ziekte en komen nooit meer terug, hoeveel er ook om wordt gesmeekt en gebeden. Er is veel leed in deze wereld, er zijn veel onbegrijpelijke dingen - ook voor gelovigen. De kracht en liefde van God is groot - maar waarom overkomt mij dan dit? In momenten van nood en pijn, smart en rouw voelen we ons van God verlaten. Juist toen Hij nodig was, was Hij er niet - waarom?

De apostel schreef in Hebreeën 13:5, "Want Hij heeft gezegd, Ik zal u geenszins begeven, Ik zal u geenszins verlaten." Toch kunnen we ons zo vreselijk door God in de steek gelaten voelen, zoals Marta en Maria, toen Lazarus ziek bleef en stierf.

Het komt er op aan, dat we ons geloof in Jezus behouden, wat er ook gebeurt. Het gaat erom dat we geloven in zijn goddelijke identiteit en dat we weten dat Hij is, die Hij zegt te zijn en dat ons eeuwig zieleheil in Hem vastligt. Ook van hen, die ons zijn voorgegaan uit dit tijdelijke, vergankelijke leven. Ons eeuwig, definitief welzijn ligt niet in de zaken van dit tijdelijk bestaan, maar in Hem, die de weg, de waarheid en het leven is. Marta maakte een verwijt, maar haar geloof in Jezus was zij niet kwijt. Lees vers 27: "Ja, Here, ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zoon van God, die in de wereld komen zou." Inderdaad, een geweldig vertrouwen in de identiteit van Jezus. En zij geloofde Hem, ondanks het smartelijke heengaan van haar broer.

Even eerder lezen we in vers 25 één van de grootste uitspraken van Jezus: "Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven." Mag ik je vragen, beste lezer van deze preek: geloof jij dit? Wie dit geloof kent, is onverslaanbaar. Die kan zelfs de grootste teleurstellingen van dit aardse leven gelovig doorstaan en blijven vertrouwen ondanks de pijnlijkste vragen, die hier nooit zullen worden beantwoord.....

Slot

Is er iemand, die midden in een situatie zit, waarin je als Marta denkt en schreeuwt: "Heer, indien U hier was geweest, dan zou…. vul het maar in; jij weet wat je benauwt, wat je bezwaart. Je weet welke hoop je koesterde, welk gebed je bad en… het is niet verhoord. Jouw Lazarus stierf.

Je roept het uit: "God, waar bent U. Waarom komt U mij niet helpen, waarom doet u niets en houdt U zich als doof. Ik snap niks van U, God." De verleiding is het geloof vaarwel te zeggen. "God, ik geloof niet meer, ik kan gewoon niet meer geloven."

In deze woordverkondiging bemoedigt het Woord van God, de Bijbel je om toch te blijven geloven, zoals Marta en te zeggen: "Heer, ik heb geloofd en zal in U blijven geloven."

Vertrouw Hem, God weet wat Hij doet. Een oud kerklied, dat niet zo vaak meer gezongen wordt, maar toch een geweldige waarheid bevat zegt: "Laat Hem besturen, waken. 't Is wijsheid wat Hij doet. Zo zal Hij alles maken, dat g' u verwonderen moet."

Ik bemoedig je je in geloof aan God vast te houden. Ik garandeer je: je zult er geen spijt van krijgen, want wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd worden.  Amen.

~~~~~~

Een vraag? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter

Voor instandhouding van de bediening van Teun & Tessa de Ruiter kunt u een bijdrage storten op rekening 48.13.69.376 van T. J. de Ruiter bij de Abn-Amrobank.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
site 'Informatie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010 / pagina vernieuwd 29 juli 2010 / Pastor T. J. de Ruiter / The Netherlands