Doe het in deze tijd...!

een prediking van pastor T. J. de Ruiter, november 2004

"Ik ben, Here, met vreze voor uw werk vervuld, roep het in het leven in de loop der jaren. Gedenk in de toorn aan ontferming." Habakuk 3:2

NBV:
"Voor wat U gaat doen, Heer, heb ik ontzag. Breng het in deze tijd tot stand, maak het in deze tijd bekend, maar toon uw mededogen als het tumult losbarst."

Inleiding

Ik herinner me nog altijd levendig dat tijdens mijn opleiding op de Bible College of Wales verschillende bezoekende predikanten over dit weinig bekende vers in het Habakuk hebben gepreekt. Het thema van die predikingen had meestal te maken met de noodzaak van een nieuwe opwekking in Wales en de mogelijkheid dat die er zou kunnen komen. Deze tekst kwam tijdens gebed zeer krachtig tot mijn bewustzijn en dat was niet verwonderlijk want het was verleden week juist honderd jaar geleden dat de opwekking van 1904 in Wales begon. In het kader van de boodschap van de tekst zal ik dan ook stilstaan bij de opwekking van 1904 in Wales

De profeet Habakuk

Van de profeet Habakuk is alleen bekend wat we in zijn boek bezitten. Wat we eruit opmaken is dat hij profeteerde in de tijd toen de Chaldeeën, de Babyloniërs, het land binnenvielen en dood en verderf zaaiden; zie hoofdstuk 1, vers 6. Habakuk, die een tijdgenoot van de profeet Jeremia moet zijn geweest, wist heel goed dat het vanwege de zonde van het volk was dat de Babyloniërs konden oprukken en het land onderdrukken. In hoofdstuk 2:5-14 noemt hij de zonde, die diep in het sociale leven zijn doorgedrongen. Hij noemt achtereenvolgens bedrieglijke trots, onrechtmatig, oneerlijk zich verrijken, het laten doden van mensen om de eigen zin te kunnen hebben, het dronken maken van mensen zodat ze zich schandalig gedragen, mogelijk is er ook een verwijzing naar drugs, die in die tijd beschikbaar waren en het aanbidden van afgodsbeelden.

Habakuk weet - zie het laatste vers van hoofdstuk 2 - dat God het allemaal ziet. En, omdat mensen, die beter zouden worden verachtelijk over God spreken en zijn gebod niet serieus nemen, voegt Habakuk er met profetisch gezag aan toe: "Zwijg voor Hem, gij ganse aarde." De NBV heeft hier: "Aarde, wees stil voor Hem!" Iets zwakker van toon, dan wat de NBG heeft.

Habakuk voorziet dat er een moeilijke tijd voor het volk en ook voor hem zelf in het verschiet ligt, een tijd van ellende, nood, pijn en verdriet. De Chaldeeën, de Babyloniërs legers rukken op en zullen weldra het land met hun wreedheid verwoesten. In de laatste verzen van zijn boek staat hij letterlijk te trillen op zijn benen; lees hoofdstuk 3:16. Dan spreekt hij die bekende woorden van godsvertrouwen: "Al zou de vijgeboom niet bloeien, en er geen opbrengst aan de wijnstokken zijn; al zouden de akkers geen spijs opleveren, de schapen uit de kooi verdreven zijn en er geen runderen in de stallingen zijn, nochtans zal ik juichen in de Here, jubelen in de God van mijn heil. De Here HERE is mijn kracht. enz."

In onze tekst leren we drie dingen over wat Habakuk als profeet op een bepaald moment ervoer en wat hem bewoog.

1. Habakuk had respect voor God.
2. Habakuk kende God en daarom pleit hij op grond van zijn
    mededogen.
3. Habakuk had een gevoel van urgentie: er moet snel iets
    gebeuren.

Ten eerste spreekt de tekst van respect voor God en voor wat Hij kan doen. Habakuk heeft ontzag voor God. Hij weet dat God zich aan zijn woord houdt, dat Hij zijn beloften vervuld, maar dat Hij ook zijn dreigementen van straf op zonde uitvoert, als er geen bekering, geen omkeer volgt. En dat laatste ziet Habakuk voor z'n ogen gebeuren.

Het Oude Testament spreekt over de vreze Gods, of iets moderner uitgedrukt: het respect en ontzag voor God. Ontzag voor God, de vreze Gods, is het begin van de wijsheid, zo leer de wijze man in het Oude Testament; zie Psalm 111:10; Spreuken 1:7.

Ik vraag me soms af of er onder christenen, ook evangelische christenen, nog wel ontzag, respect, vrees voor God is. In onze tijd is er een stroming in de evangelische bewegingen om alleen een God van liefde te prediken. Het gevolg hiervan is dat velen geen kennis meer hebben van algehele morele volmaaktheid van God. God is volmaakt in liefde, maar Hij is ook volmaakt rechtvaardig en volmaakt ook in zijn afschuw van alle zonde en onreinheid. We horen veel over de liefde van God, dat Hij onze Vader is, onze Pappa, zoals sommigen graag Hem willen noemen. Een Pappa bij wie je soms als het ware op schoot mag zitten. Maar ik vraag me wel soms af of er ook wel zoiets is als een heilig respect, een diep ontzag voor Hem als de grote, almachtige, hemelse God, aan wie wij rekenschap hebben af te leggen.

"O", zo reageren sommigen nu, "nu ga je teveel Oud Testamentisch denken. Vrees voor God moest de mens toen hebben, toen hij nog niet verzoend was met God, toen hij nog niet God door Jezus als een echte, lieve hemelse Vader kon kennen. Door Jezus hebben wij nu een lieve, hemelse Vader, die met ons stoeit en leuke party's organiseert."

Maar de apostel Petrus denkt er toch iets anders over. God is inderdaad door Christus onze Vader, maar dat neemt niet weg dat Hij als Vader ook de Allerhoogste God is en ons allen ook zal oordelen.

Luister maar naar wat Petrus schreef in 1 Petrus 1:17: "En, indien Gij hem als Vader aanroept, die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandelt dan in vreze de tijd uwer vreemdelingschap." In de NBV staat er: "En aangezien u Hem, die iedereen beoordeelt naar zijn daden, zonder aanzien des persoons, Vader noemt, moet u tijdens uw leven ook ontzag voor Hem hebben."

De boodschap is duidelijk: God is onze hoge, hemelse Vader, door de Geest in ons mogen we Hem, Abba, Pappa, noemen. Maar het is zoals in de aardse vader kind relatie. Als een kind je erkent als vader, behoort het ook respect voor je tonen en dat uitdrukking te geven in gewillige gehoorzaamheid, door te doen, wat je hem vraagt te doen. Is dit respect voor de grote, de hoge en liefdevolle God en zijn werk, nog aanwezig, bij ons, bij jou? Ons volk kent grotendeels geen respect meer voor God en zijn werken en daden. Het eeuwig oordeel bestaat niet. Een eeuwige hel is een verouderde leerstelling. De eeuwige dood is eigenlijk een ophouden van het bestaan. Zelfs bij reformatorische en evangelische predikanten hoort men deze geluiden. Het laatste nummer van het reformatorische blad CV Koers stond vol van artikelen over de hel en de eeuwige dood, maar ook sommige evangelische leraars hebben zo hun eigen gedachten over de betekenis van de uitspraken, die we in de Bijbel aantreffen.

De vraag is, nogmaals: kennen wij, jij en ik, zoals Habakuk, vrees voor God en zijn werk? Hebben wij genoeg respect voor God om de zonde uit ons leven weg te doen en serieus naar heiligmaking van ons innerlijk en geheel onze handel en wandel te streven?

Ten tweede; Habakuk bidt in dit vers dat God toch aan ontferming wil denken. Hij pleit op de goedheid van God, op zijn genade: "Gedenk in de toorn aan ontferming."

Habakuk weet dat God genadig en goed is en hoopt, dat, hoewel hij begrijpt dat God boos is over de zonde van het volk Hij zich toch zal ontfermen. De profeet Habakuk voorziet negatieve ontwikkelingen in het land. Hij voorziet dat God zijn heil in zijn tijd niet kan laten doorwerken, omdat er niemand zich er voor wil inzetten, maar dit is voor Habakuk een reden temeer om bij God te pleiten dat Hij toch mededogen zal tonen terwijl het tumult in de samenleving losbarst en waarin Habakuk volgens de NBG vertaling de toorn, de boosheid van God ziet. Het mededogen van God zou zich moeten manifesteren in een terugdringen van het kwaad en een herstel van godsvrucht en rust in het land. Met andere woorden gezegd in een soort van opwekking, die het volk weer terugbrengt in een goede relatie met God. Habakuk wist dat God dergelijke opwekkingen eerder had geschonken en wat vroeger gebeurde kan ook nu gebeuren. Het pleidooi om mededogen en ontferming is dus ook gebaseerd op vroegere opwekkingen.

Ten derde; Habakuk heeft een sterk gevoel van urgentie.

Habakuk had een gevoel van urgentie, het was nodig dat God tussenbeide zou komen in de ontwikkelingen van die tijd en het proces van verval, disintegratie zou stoppen. De tekst draagt in de NBV meer urgentie: "Breng het in deze tijd tot stand, maak het in deze tijd bekend." Habakuk wist dat als God niet snel tussenbeide zou komen zijn dreigementen van pijnlijke correctie vervuld zouden gaan worden. Habakuk wist dat de wrede Babyloniërs een instrument in de hand van God zouden worden om zijn ongehoorzaam volk een pijnlijke les te leren, opdat het uiteindelijk tot inkeer en terugkeer tot Hem, de levende God, zou komen.

Dit alles roept bij mij de vraag op: is er bij christenen, bij ons, bij jou een besef van urgentie. Is de schreeuw vanuit het hart van Habakuk, herkenbaar voor je: "Breng het in deze tijd tot stand, maak het in deze tijd bekend." Het morele verval is groot, de onrust neemt toe en er komt steeds meer verwarring en verwildering. Krachten, die onze samenleving kapot willen maken winnen steeds meer terrein. De machten van het kwaad nemen toe. Demonen krijgen meer en meer de overhand over de bevolking. Als men dit niet ziet, is men blind. Willen we een groot onheil nog afwenden dan moet er In deze tijd iets gebeuren en niet over tien of twintig jaar. Als God niet komt met een werk van genade en in mededogen een opwekking geeft, gaat het land ten onder.

De vraag drong zich in mij op: hebben christenen in ons land een gevoel van urgentiebesef? De kerk heeft hier, voor ons volk, een grote verantwoordelijkheid. Jezus zei toch dat zijn kerk als een licht op de kandelaar behoort te zijn en als zout? Hier en daar wordt de opmerking gehoord dat men de kerk opvallend stil vindt en haar boodschap niet duidelijk laat horen.

Het is mijn overtuiging dat er nog steeds hoop is op een ommekeer; op een vernieuwing; hoop op een opwekking, die jong en oud, hoog en laag zal bereiken. Dat dit mogelijk is werd bewezen door wat er in 1904 in Wales plaatsvond.

De opwekking van 1904 in Wales

Het was slecht gesteld met Wales in de jaren voor 1904. Er werd ontzettend veel sterke drank en bier gedronken, mannen gaven dikwijls hun kleine weekloon gelijk uit aan bier en kwamen thuis dronken en zonder geld. Velen verlieten ook hun vrouw en lieten haar met de kinderen zonder inkomen achter, dit leidde tot verschrikkelijke armoede, misdadig gedrag en verloedering. De kerken waren leeg en op de bidstonden kwamen meestal slechts enkele ouderen. Toen God een opwekking gaf veranderde binnen twee a drie maanden geheel. Omdat die opwekking vorige week - de eerste week van november 2004 - precies honderd jaar geleden plaats vond, sta ik er in deze prediking bij stil.

Het is zondagavond, 7 november, 1904. In Loughor, een dorp in de buurt van Swansea in Zuid Wales, zit een kerkgebouw, dat de naam 'Moriah' draagt, stampvol. Er staat een jongeman in de preekstoel, nog niet eens afgestudeerd van de Bijbelschool. Zijn naam is Evan Roberts. Het dorp kent hem, hij was er geboren en opgegroeid, de zoon van een eenvoudige mijnwerker. Het publiek is vol verwachting, want men wist dat hij een bijzondere ervaring met de Heilige Geest had gehad en dat hij vol van het vuur van God en van geloof was.

Evan Roberts legde een verklaring af, het was een profetisch woord, zo bleek reeds spoedig. Tot grote verbazing van alle aanwezigen zei hij dat God op het punt stond in Wales een opwekking te brengen zoals dit land nog nooit had meegemaakt. Hij las als profetische introductie Maleachi 4:2, 3: "Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; gij zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal. Gij zult de goddelozen vertreden, want stof zullen zij zijn onder uw voetzolen op de dag die Ik bereiden zal, zegt de HERE der heerscharen." Evan Roberts zei met grote overtuiging dat deze woorden voor hun ogen, hier in Wales onmiddellijk in vervulling zouden gaan. Een vergelijking met het optreden van Jezus in de synagoge ligt voor de hand, want - zoals ik reeds zei - Evan was de zoon van een eenvoudige mijnwerker, maar gaf nu blijk een grote en moedige profetische autoriteit te bezitten. Sommigen moeten kritisch naar hem hebben gekeken en zich hebben afgevraagd hoe hij dit zo stellig kon beweren. Maar de houding van vertrouwen en verwachting begon toch te overheersen, want terwijl Evan het woord predikte werd de geest van berouw over zonde en wereldgelijkvormigheid vaardig over de toehoorders. Men hoorde steeds meer snikkende mensen, sommigen vielen en riepen om vergeving van hun zonden en niets scheen deze reacties te kunnen stoppen. Velen vonden de weg naar bekering en vernieuwd geloof in Jezus Christus. Het was zes uur in de ochtend toen Evan naar huis kon gaan. Velen hadden een algehele levensvernieuwing ontvangen en waren vervuld van een groot geestelijk en heilig enthousiasme.

De volgende dagen sprak Evan Roberts in andere dorpen van Zuid Wales en in alle bijeenkomsten liepen de emoties, waarmee berouw over zonden, het besef van reiniging en levensvernieuwing, gepaard kunnen gaan tot grote hoogte op. Het gevolg was dat het nieuws over de opwekking als een lopend vuur door Wales ging en overal waar hij sprak waren de kerken tjokvol - iets wat lang niet meer was gezien. De kerken, de ‘chapels,’ waren te klein om de enorme toestroom van de nieuwsgierigen te bergen. De avonddiensten duurden tot in de vroege ochtenduren en mijnwerkers gingen meteen zingend naar hun zware dagtak in de steenkoolmijnen.

De gevolgen van de bekeringen waren gelijk zichtbaar. De criminaliteit liep drastisch terug. Politie en rechters hadden niets meer te doen. De theaters kregen geen bezoekers meer en daarom bleven de artiesten thuis of gingen ook naar de diensten en werden bekeerd. Vele huwelijken werden vernieuwd en mannen, die hun vrouw in de steek hadden gelaten, keerden vol berouw terug naar hun vrouw en kinderen. De cafés bleven zitten met hun bier en sloten - er was niets meer te doen. De kerken waren op zondag te klein voor de vele kerkgangers.

Tegen het einde van 1904, toen de opwekking nauwelijks twee maanden aan de gang was, waren er reeds 32.000 geregistreerde bekeringen. Enkele cijfers, die halverwege 2005 bekend werden gemaakt: de Calvinistische Methodistenkerk had 24.000 nieuwe leven geteld; de Wesley Methodistenkerk 4000; de Congregationalistische kerk 26.500. Als we bij deze getallen de aanwas van leden in de Anglicaanse en Baptistenkerken optellen wordt het aantal bereikt dat Evan Roberts als visie van God ontving voordat de opwekking uitbrak: honderdduizend bekeerlingen.

De effecten van de opwekking waren blijvend en breidden zich naar alle werelddelen uit, van Amerika, tot Europa, het Oosten en zelfs het Verre Oosten. Miljoenen werden in de loop van de eerste helft van de 20e eeuw door de kracht van de Geest van God aangeraakt, vernieuwd en vervuld van een heilig enthousiasme het evangelie te verkondigen. En thans, honderd jaar later, is de vrucht van de bediening van Roberts, die zich zonder enige reserve aan de Heilige Geest gaf, nog merkbaar.

Prediking van Evan Roberts

Evan Roberts was geen langdradige prediker en meestal baseerde hij zijn preek niet op een bepaalde tekst. Het volgende fragment van een preek, gegeven op 30 november 2004, is bewaard gebleven. Ik het vertaald:

"De drie gaven van God aan de wereld zijn de Bijbel, zijn Zoon en de Heilige Geest. Heb jij hen ontvangen? Indien niet, dan lezen we de Bijbel tevergeefs op zondag. Maar als je Christus kent als je Bevrijder, je Verlosser, dan zal je hongerig en dorstend zijn om de Bijbel te lezen en je zult alle blokkades, die er op je weg liggen, overwinnen.

Gods tweede gave is zijn Geliefde Zoon. Heb je er ooit bij stilgestaan hoe moeilijk het voor Abraham moet zijn geweest zijn zoon Isaäk, op het altaar te leggen? Als je dit aanvoelt, kun je enigszins het gevoel van de Vader begrijpen, die zijn eigen Zoon gaf. Dit gevoel kan eigenlijk niet worden beschreven. Als de Vader hem heeft gegeven, heb jij hem dan ontvangen? Weet dat Hij niet tot halsstarrige mensen komt. Als je ongehoorzaam bent, vraag dan Hem om jou te buigen; vraag niet eerst om je redden, maar vraag Hem jou te buigen. Vroeger of later moet je gebogen worden. Of genade zal je buigen of de toorn van God zal dat doen. Als de Kerk op haar knieën zou gaan, zou de wereld recht op haar voeten gaan staan. In beter Nederlands bedoelde hij: als de Kerk knielt in gebed, komt het weer in orde in de wereld.

Stel alles in het werk om Hem de heerlijkheid te geven en doe dit, zoals Hij dit heeft gevraagd. Ik was in vuur en vlam gezet door een verlangen de kerken van Wales tot opwekking te brengen. Maar ik werd niet toegestaan dat gelijk te gaan doen. Ik moest drie weken, ja een maand, wachten, totdat ik de grote les had geleerd om God alle glorie te geven. En toen ik eenmaal zei: "Moge het alles zijn tot Uw glorie," stond Hij mij toe te gaan. Welnu, we moeten vier dingen in orde hebben om de Heilige Geest te ontvangen en te laten werken:

Ten eerste: je moet algehele en volle vergeving voor je zonden hebben, die je in het verleden hebt bedreven.

Ten tweede: als er iets twijfelachtigs in je leven is, moet je het wegdoen en verwijderen. Als je vergeving moet vragen aan broeders of zusters, zet je dan onmiddellijk aan deze taak. We moeten de kerken reinigen van alle slechts gevoelens - alle kwaadwillendheid, boosaardigheid, alle vooroordelen, alle vooringenomenheid en misverstanden. Buig je niet in gebed totdat alle overtredingen van de liefde van Christus zijn vergeven. Maar als je het gevoel hebt dat je niet kunt vergeven, buig je dan diep in het stof en vraag om een vergevingsgezinde geest. Dan zal je die ontvangen.

Ten derde: wees volledig en onmiddellijk gehoorzaam aan de Heilige Geest.

Ten vierde: belijd in het openbaar je geloof in en toewijding aan Christus."

Slot

Kan God opnieuw een dergelijke opwekking geven? Kan Hij dit ook in Nederland doen? God kan het doen, maar Hij zoekt naar mensen, die zich geheel aan Hem daarvoor willen geven. Evan Roberts kwam tot een punt in zijn jonge leven, nog op de Bijbelschool, dat hij zich geheel boog voor de Heilige Geest van God en zich verplichtte alle eer en glorie aan Jezus Christus te geven voor de genade en de kracht, die Hij ontving en voor het werk dat God zou gaan doen in Wales.

Dit woord geeft ons hoop op een opwekking; hoop op een terugkeer tot de levende God en Jezus Christus, die alleen de weg, de waarheid en het leven is. Niemand anders geeft toegang tot de Vader in de hemel, de Schepper van alles dat bestaat. Hij alleen heeft de blokkade van de schuld, ontstaan door de zonde, kunnen wegnemen. Amen.

~~~~~~

Een vraag? E-mail... Pastor T. J. de Ruiter

Voor instandhouding van de bediening van Teun & Tessa de Ruiter kunt u een bijdrage storten op rekening 48.13.69.376 van T. J. de Ruiter bij de Abn-Amrobank.
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
site 'Informatie & Proclamatie' sinds 1 juli 2010 / pagina vernieuwd 29 juli 2010 / Pastor T. J. de Ruiter / The Netherlands