Predikant
en Bijbelleraar T. J. de Ruiter
1. Inleiding
Christenen zijn op reis naar het hemels huis en naar de woningen die Jezus voor hen daar heeft bereid, (Johannes 14:1-3). Tijdens die reis is de Heilige Geest in en bij hen om hen te leiden en kracht te geven. Christenen hebben de Geest en het Woord hard nodig want op de weg naar de hemelse bestemming is er veel strijd te leveren. De reis naar de hemelse bestemming is geen vakantiereis of een pleziertocht; er is een oorlog gaande. De Heer en zijn apostelen zijn over dit aspect van het christenleven duidelijk geweest. De apostel Petrus schreef aan de christenen dat de satan rondgaat als een brullende leeuw, (1 Petrus 5:8). Toen de apostel Paulus wist dat zijn einde naderde schreef hij dat hij de goede strijd had gestreden en het geloof had behouden, (2 Timoteüs 4:7). Inderdaad, zowel de Heer - Lucas 13:24 - als zijn apostelen hebben ons niet geleerd dat wij zonder enige strijd de eeuwige heerlijkheid zullen ingaan. De christen mag door zijn geloof in de vergevende en bewarende genade van God zeker zijn van het eeuwig leven, hij zal zich echter terdege dienen te realiseren dat er tijdens die tocht naar het hemels huis een vijand is die zich voortdurend zal inspannen om hem het einddoel te doen missen en daartoe elk middel en iedere mogelijkheid zal benutten. Het couplet in lied 225 - lied 654 uit de bundel van Johannes de Heer - roept ons dan ook terecht op:
Houdt
moed in de geest'lijke strijd,
Hoe groot ook des satan's geweld;
Door 't leger van God, steeds bereid,
Wordt iedere vijand geveld.
Verheugd!
Verheugd!
Wees blij in de Heer
En verheugd!
Verheugd! Verheugd!
Er is
dus een
strijd te voeren maar als de christen
zich houdt aan de grote Leider, de Heer Jezus Christus, en zijn Geest
vaardig
in hem doet zijn is er alle reden om het versterkende overwinningslied
te blijven zingen.
2. Strijd tegen geestelijke machten en krachten
Lezen:
Efeziërs 6:10-20
Voordat Paulus zijn diepgaande brief
aan de grote
en actieve gemeente te Efeze afsloot vermaande hij haar alert te zijn
en zich
grondig te bewapenen tegen de kwaadaardige geestelijke machten. Paulus
vermaande en bemoedigde christenen krachtig in (gemeenschap met) de
Heer te
blijven en in de sterkte van zijn macht, (Efeziërs 6:10). Dan gaat
hij door met
er op te wijzen dat de christen de gehele wapenrusting moet aandoen. De
strijd
is namelijk niet tegen vlees en bloed maar tegen de 'overheden' -
Grieks 'archas,' tegen de 'machten,' -
autoriteiten, Grieks 'exousias,'
tegen de 'wereldbeheersers' - Grieks, 'kosmokratoras,'
tegen de 'geestelijke krachten' - Grieks 'pneumatika,’
in de 'hemelse gewesten' - Grieks 'epouranios,'
waarmee ongetwijfeld de woonplaatsen van de boze geesten bedoeld zijn
en niet
de hoogste hemel waar God woont.
a. geestelijk; dus bovenmenselijke,
onstoffelijke
identiteiten.
b. kwaadaardig; dit kan niets anders
betekenen dan
dat zij gelovigen trachten te hinderen,
te beschadigen en tot zonde trachten te verleiden. Dat laatste was
al duidelijk
bij de eerste aanval van de duivel op de mens, ( Genesis 3).
c. heersend; zij hebben gezag en grote
invloed.
Hoofdstuk 6:10-20 is niet de enige plaats in
de
Heilige Schrift waar over boosaardige geestelijke machten is geschreven.
3. De geestelijke wapenrusting
Lezen:
Efeziërs 6:10-20
1.
De gordel van de waarheid. De gordel
bond in die tijd het gewaad van de soldaat strak om het lichaam. In de
wereld
van de leugen zullen we stevig in de waarheid dienen te staan en te
gaan anders
raken we verstrikt in het web van leugens en verzwakken. Elke leugen
verzwakt
de geestelijke identiteit.
2.
Een pantser van gerechtigheid; hiermee
wordt ongetwijfeld de gerechtigheid bedoeld die verkregen is door het
geloof in
Christus want 'gerechtigheid uit de wet' was voor Paulus het najagen
van wind.
Het is door de kracht van het bloed dat wij rechtvaardig, dat is geheel
vergeven en vrijgesproken van enige schuld, voor God kunnen staan. De
belijdenis dat onze zonden vergeven zijn door het bloed van Jezus is
het enige
pantser dat ons hart beveiligt tegen de geestelijke aanklager.
3.
Een schoeisel van bereidvaardigheid; de
christen dient bereid te zijn om te gaan en te getuigen van de Heer en
zijn
boodschap van verzoening en vrede. Soldaten komen met dreunende voeten
onderdrukking brengen, (Jesaja 9:4). In Jesaja 52:7 is echter
geschreven over
de liefelijke voeten van hen die vrede brengen.
4.
Het schild van geloof dat de brandende
pijlen dooft. De soldaten uit die tijd hielden soms hun schilden nat
tegen de
brandende pijlen. Soldaten van eerdere beschavingen, zoals de
Babyloniërs,
hielden hun schild geolied, (Jesaja 21:5). Er zijn in deze tijd een
aantal brandende pijlen die op het geloof worden afgeschoten. Vooral
jonge mensen voelen zich soms hevig aangevallen in hun geloof. In de
periode dat ik leraar op de Bijbelschool was - dat was iets meer dan 25
jaar - kwamen er soms jonge mensen die theologie op universitair niveau
hadden gestudeerd. Allerlei intellectuele theorieën werden er over
de Bijbel gegeven. De Bijbel zou vol van onjuistheden staan, waardoor
zijn boodschap onbetrouwbaar werd gemaakt. Wonderen waren allemaal te
verklaren en Jezus zou niet zijn opgestaan. Ook zijn er die zeggen en
schrijven dat God geen echt, bestaand persoon is maar dat hij slechts
als een idee, een gedachte in ons bestaat. Hij bestaat als we aan hem
denken en over hem spreken. Velen worden door dergelijke brandende
pijlen in hun geloof ernstig beschadigd. Het is dus belangrijk dat ons
schild van geloof krachtig is en bestand tegen alle pijlen die op ons
worden afgeschoten.
5.
De helm van heil. De christen wijdt zijn bewustzijn en denken
geheel aan God en zijn
heerlijke verlossing. De hogepriester van Israël droeg een tulband
en een
voorhoofdsplaat, waarop stond 'heilig voor de Heer,’ (Exodus 28:36-38).
Betrap
je jezelf op onheilige, onreine, slechte gedachten of fantasieën?
Breng ze
altijd onder gehoorzaamheid aan Christus. Reinig je geest met het
geloof in het
bloed van Jezus en gooi ze eruit met de heiligende kracht van de
Heilige Geest,
(2 Korintiërs 10:3-6).
6.
Het zwaard van de Geest, het Woord van
God. Het is een tweesnijdend zwaard dat doeltreffend in alle richtingen
is, (Hebreeën 4:12,13 en Jesaja 49:2).
7.
Het voortdurend gebed. Paulus sluit af
met te wijzen op het belang van het gebed; Aanhoudend bidden en smeken
in
gemeenschap met de Geest; dat is bidden in de wil van God en volgens
zijn
leiding.
4. Het omverhalen van
geestelijke
bolwerken
We verdiepen ons in een belangrijk aspect van geestelijke oorlogvoering: het bestrijden en vernietigen van dwaalleringen die zich in gelovigen proberen te nestelen. Dit aspect van geestelijke strijd krijgt onvoldoende aandacht terwijl het juist van groot belang is. Leringen - soms worden ze visies genoemd of openbaringen - die afwijken van de gezonde leer van de Heer en zijn apostelen beschadigen het geloof en hinderen de werking van de Heilige Geest in de gemeenten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er op dit gedeelte van het slagveld van de geestelijke oorlogvoering veel slachtoffers onder gelovigen vallen; velen zijn door misleiding het goede spoor van geloof dan ook kwijt geraakt.
Lees 2 Korintiërs 10:1-6 en 2 Korintiërs11:1-4.
In 2 Korintiërs 10:3-6 schreef Paulus over een belangrijk aspect van geestelijke strijd. Hij schreef dat hoewel hij in het vlees leeft hij niet vecht 'naar het vlees,' maar dat de wapenen van zijn veldtocht geestelijk zijn en niet vleselijk. De strijd gaat tegen bolwerken (van satanische machten), die openbaar worden in redeneringen en bedenksels Deze moeten tot krijgsgevangenen worden gemaakt in gehoorzaamheid aan Christus.
In 1 Timoteüs 4:1-3 maakt Paulus het duidelijk dat bovenmenselijke machten, geesten en demonen, niet slechts actief zijn in de wereld van de ongelovigen maar ook in de gemeenten om gelovigen tot dwalingen te verleiden.
Er
zijn in de wereld van de
geesten lagere en hogere machten. Voor de Grieken in de oudheid waren
demonen
goddelijke wezens aan wie hoge autoriteit en kracht werd toegeschreven.
Paulus
schreef dat die geesten gelovigen misleidende leringen influisteren
die, als zij
zich daardoor laten beïnvloeden, schade in het geloof veroorzaken.
Paulus weet
door de Heilige Geest dat misleidende geesten in de latere tijden
steeds meer
aan invloed op gelovigen zullen winnen en de zuivere leer op alle
mogelijke
manieren zullen trachten te vervormen. Hij schreef: "Maar de Geest zegt
nadrukkelijk, dat er in latere tijden." We zien in onze tijd dat valse
leringen inderdaad veel schade hebben berokkend niet alleen in het
leven van de individuele gelovige maar ook in gemeenten en
oorzaken zijn van veel kerkscheidngen die het lichaam van Christus
ernstig hebben verzwakt door de verdeeldheid.
Paulus bestreed dwalingen met het onderwijzen van de zuivere leer. Hij bemoedigde ook zijn leerling Timoteüs dit te doen, (1 Timoteüs 4:11-13). Iedereen met geestelijk inzicht weet echter dat het bestrijden van valse leringen niet slechts op het verstandelijk niveau zal moeten plaatsvinden, bijv. door het voeren van een debat of het geven van een les. Maar dat de ware strijd op het diepere, geestelijke niveau gevoerd moet worden. In dit diepere niveau wordt er in gebed gestreden en wordt God gesmeekt om kracht en gezag opdat de prediking van het evangelie en het christelijk onderwijs effectief zullen zijn en mensen zich van hun dwalingen zullen bekeren. Als mensen zich bekeren zullen misleidende geesten en demonen in de Naam van Jezus hun invloed op hen verliezen. Als christenen zich aan de waarheid van God vasthouden zullen zij effectief kunnen blijven in de strijd tegen geestelijke machten. In Efeziërs 6:14 schreef de apostel dat we 'omgordt zijn met de waarheid.'
Wij weten dat er al dwaalleringen in de gemeenten ontstonden voordat de eerste apostelen waren gestorven. Zoals ik al schreef de ontwikkeling en invloed van dwaalleringen heeft zich sinds die periode gestadig uitgebreid. Verleidende en demonische geesten weten met steeds subtielere leugens het geloof van velen grote schade toe te brengen. Het is nu meer dan ooit nodig om leringen aan de Bijbel te toetsen en ons vast te houden aan Gods Woord dat door de eeuwen heen met grote zorg en ijver zuiver bewaard is gebleven.
Tenslotte raad ik gelovigen nadrukkelijk aan op hun hoede te zijn voor elke prediker of leraar die meent dat hij diepere openbaringen of visies ontvangen heeft dan dat er in de Bijbel staan en die misschien aan zijn openbaring of visie zelfs meer gezag toekent dan aan de onderwijzingen die we in de Bijbel overgeleverd hebben gekregen.
Vraag om over na te denken
Zouden christenen in deze
tijd, waarin
er regelmatig zoveel pretenderen met
nieuwe visies of openbaringen te komen niet veel meer zoals de
gelovigen in
Berea - zie Handelingen 17:11 - alles moeten toetsen aan de Bijbel?
Voor bespreking in een groep
Denk eens na of je in sommige gelovigen gevaarlijke invloeden ziet
waarin ze
verstrikt zouden kunnen raken en in hun geloof ernstig beschadigd zou
kunnen worden. Probeer er eerlijk en
oprecht
met elkaar over te praten en open voor correctie te zijn.
Ter bemoediging,
Zing Opwekking lied 225.
"Houdt moed in de
geest'lijke strijd, hoe zwaar ook des vijands geweld. Door 't leger van
God,
steeds bereid, wordt iedere vijand geveld."
5. De overwinning over de duivel
Lezen:
Openbaring hoofdstuk 12
Inleiding
Het woord apocalyptisch
betekent oorspronkelijk onthulling of openbaring van wat verborgen is.
De Joods
apocalyptische literatuur zoals wij die aantreffen in de boeken
Daniël, Ezechiël
en Openbaring bestaat uit speciale zinnebeeldige en beeldrijke
voorstellingen
van gebeurtenissen in de ontwikkeling van het plan van God en van de
positieve
en negatieve geestelijke machten en krachten die er een rol in
vervullen. Soms
betreffen de zinnebeeldige voorstellingen gebeurtenissen die in het
verleden
liggen of die plaats vonden tijdens het leven van de schrijver. Soms
gaan zij
over dingen die nog moeten gebeuren, (Openbaring 1:1-3). Wij moeten
bij het
bestuderen van dergelijke beschrijvingen er rekening mee houden dat
zij, hoewel
in enkele zinnen samengevat, in de aardse tijd ver uit elkaar kunnen
liggen.
Uiteraard zal ik in deze les niet uitvoerig bij bijzonderheden van het
verschijnsel Bbijbelse apocalyptische literatuur kunnen stilstaan,
hiervoor is
een aparte studie nodig.
De oorlog tegen de vrouw,
haar zoon en zijn volgelingen
In het 12e hoofdstuk van
Openbaring is het beeld van de vrouw, die een mannelijk kind had
gebaard,
belangrijk. Het kind is Jezus Christus, (vers 5). De draak voert uit
boosheid
oorlog tegen de vrouw en haar nageslacht - de gezamenlijke gemeente van
het
Oude en het Nieuwe Verbond. Let op vers 17,18: "Die de geboden van God
bewaren en het getuigenis van Jezus hebben." De vrouw vlucht naar de
woestijn, waar zij 1260 dagen verbleef, dat is 3 1/2 jaar, de tijd van
verberging vanwege onheil. Met de vrouw kan Maria zijn bedoeld en
met de vlucht naar de woestijn, de vlucht naar Egypte waar zij mogelijk
31/2 jaar met Jozef en het kind moest blijven, maar het beeld zou ook
kunnen slaan op het volk van Israël, waaruit Jesus was
voortgekomen.
In Openbaring 12:7 wordt verteld
dat er in de hemel oorlog uitbrak; Michaël, de engel van het volk
van God en
zijn engelen, bonden de strijd aan met de draak. Michaël overwon
met zijn legers
deze vuurrode draak. Dit boosaardige wezen wordt met verschillende
namen aangeduid. In sommige kulturen wordt hij vanouds de draak
genoemd. In de Bijbel openbaarde hij zich in het begin als de slang en
later werd hij de duivel en de satan genoemd. Hij is de grote
tegenstander van God en de verleider van de mens, (vers 9). Hij werd
uit de hemel geworpen en kwam op de aarde
terecht. De reden waarom de draak uit de hemel werd geworpen moet zijn
hoogmoed
en opstandige boosheid tegen God zijn geweest. De meeste uitleggers
zien in
Ezechiël 28:11-19, dat over de val van de vorst van Tyrus gaat
over zijn hoofd
heen een profetisch woord van kennis naar de val van de hoogmoedige en
rebelse
satan. De vuurrode draak is het grote, angstaanjagende wezen uit de
prehistorie
en vuurrood is de kleur van zeer gevaarlijke, verslindende macht. Hij
is
hetzelfde wezen dat zich in het Paradijs manifesteerde als de sluwe
slang, die
Eva verleidde en sindsdien de gehele mensheid. De zeven koppen spreken
van zijn
veelzijdige intelligentie en gevaarlijkheid, de tien horens van grote
agressieve stootkracht en de kronen van koninklijke macht; hij wil het
Lam
imiteren; zie hoofdstuk 5:6. In de hemel is de orde wel hersteld maar
aangezien
het wezen dat God aanviel is uitgeworpen heeft hij op aarde grote
moeilijkheden
veroorzaakt. Het is de Messias - de Gezalfde Heerser en Bevrijder -
Jezus
Christus die met zijn broeders en zusters de strijd tegen dit verdorven
geestelijk wezen definitief zal gaan winnen. Hoe zullen de heiligen
overwinnen?
Vers 11 geeft het drievoudig geheim van hun victorie: Zij overwinnen
door:
a. Het bloed van het Lam
De satan, de tegenstander
van God, die ook de duivel en de lasteraar wordt genoemd, wordt
overwonnen door (het geloof in) het bloed van het Lam. De heiligen die
vasthouden aan hun geloof dat zij vergeven en gerechtvaardigd zijn door
het
offer van Jezus Christus overwinnen de beschuldigingen en laster van de
duivel.
Dit geloof houdt in dat zij hun zonden hebben erkend en beleden en dan
door het
geloof in het bloed zich vrij van alle schuld weten, gezuiverd van alle
blaam
en smet, (1 Johannes 1:9).
b. Het woord van hun
getuigenis
De heiligen overwinnen door
de proclamatie van hun geloof. Het innerlijk vertrouwen en de
overtuiging
zullen expressie moeten krijgen in de zichtbare, fysieke wereld waarin
de mens
gesteld is en functioneert. Op deze wijze wordt de kracht van de
geloofsovertuiging effectief in deze sfeer en wordt de macht van de
boze en
zijn helse legerscharen teniet gedaan. Jezus let op zijn kinderen en
ziet het wanneer zij moedig van hem en de Waarheid getuigen, net zoals
Hij tijdens zijn leven moedig getuigde van zijn identiteit en
gemeenschap met de hemelse Vader, (Marcus 8:38; Lukas 9:26; Johannes
18:36,37; 1 Timotheus 6:13; 2 Timotheus 1:8,12).
c. Volkomen toewijding,
zelfs tot in de dood
De heiligen zullen de
consequentie dienen te aanvaarden dat het openbaar getuigenis van
geloof en
loyaliteit aan God en zijn Zoon lijden en misschien zelfs de dood ten
gevolge
zal kunnen hebben. De Heer had deze instelling en vraagt hem ook van
hen die
Hem volgen, (Lucas 14:26; Johannes 12:25; 2 Timoteüs 21-7).
Interessante sites en pagina's