Vernieuwing in de kerk

door T. J. de Ruiter


INTRODUCTIE

Dit artikel is een geredigeerde versie van een lezing gehouden op zaterdag, 29 maart 1997 in Zeist.

INLEIDING

Vernieuwing in en van de kerk is een actueel thema. Niet iedereen vult echter het concept vernieuwing inhoudelijk en praktisch op dezelfde wijze in. Sommigen denken bij vernieuwing (renewal - dit engelse woord is zeer populair)  onmiddellijk aan samenkomsten waar mensen de gelegenheid krijgen zich vrij te uiten in expressieve, uitbundige lofprijs en aanbidding. Zij kunnen ook in extase terecht kunnen komen of - om het populair te zeggen - uit hun dak gaan.  Soms lijkt er zich zoveel emotie lichamelijk te ontladen dat men gaat trillen, beven of schudden. Voor theologen en denkers, schriftkenners en vertolkers heeft vernieuwing te maken met nieuwe inzichten die gegrond worden op bepaalde interpretaties die afwijken van de gebruikelijke kerkelijke denk en interpretatiepatronen. In deze inleiding wil ik op 5 aspecten van vernieuwing ingaan:

Hoofdpunten

1. Vernieuwing door het doorbreken van vaste vormen in de godsdienstoefeningen

Het voortdurend doorbreken van vaste vormen en patronen in de christelijke godsdienstoefeningen wordt door velen als hoognodig gezien en is inderdaad een in het oog springend gegeven in de kerken die vernieuwing nastreven. Velen zijn van mening dat als de kerk de huidige generatie nog wil blijven aanspreken zij een eigentijdse beleving van God en zijn waarheid in de godsdienstoefeningen dient toe te laten. De nadruk op vaste liturgiepatronen moet dan geen overheersende rol meer spelen en zowel creatieve als spontane elementen zullen in de diensten toegelaten dienen te worden.

In Trouw van 27 maart 1997 kon men een journalistieke impressie van een hervormde kerkdienst in Aalsmeer lezen. Ds. Steve van Deventer heeft daar vernieuwende elementen weten in te voeren. Men wenst elkaar goedendag en schudt de handen van mensen voor, achter, links en rechts. Men roept Hallelujah en zingt de nieuwste liederen uit Opwekking. Ds. Steve van Deventer staat persoonlijk volop in de vernieuwing. Toen hij bij ons in Hilversum sprak werden wij zeer gezegend door de diepe en rijke woordverkondiging en bediening van zegening en voorbede.

Willow Creek is een voorbeeld van gestructureerde, formele vernieuwing van de godsdienstoefening. Deze vernieuwing heeft vooral ten doel de diensten aantrekkelijk te maken voor buitenkerkelijken. Het lijkt er op dat deze vernieuwing nu hier en daar goede resultaten boekt. De gemeente van Willow Creek is er in elk geval enorm door gegroeid.

2. Vrijheid voor het beoefenen van de gaven van de Heilige Geest

In de traditionele eredienst ligt meestal de liturgie van tevoren vast en wordt er weinig of niets overgelaten aan ingevingen die spontaan in een dienst kunnen opkomen. Een vaste liturgie en een actief optreden van enkelen zijn twee factoren die de invulling van de meeste kerkdiensten bepalen. In veel kerken die in vernieuwing meegaan wordt ruimte gegeven voor spontane werkingen van de Heilige Geest. De gaven van de Heilige Geest mogen weer beoefend worden. Een enkele stem zal echter nog wel een waarschuwende vinger opsteken dat de gaven voor de apostolische tijd waren. Uiteraard zal er altijd leiding aan een dienst gegeven dienen te worden om een samenkomst in orde te doen verlopen. Veel gemeenten die in de vernieuwing meegaan experimenteren nu met het geven van grotere vrijheid aan de kerkgangers om een eigen spontane bijdrage te leveren. Dikwijls wordt in een huiskring van een gemeente die hiermee experimenteert onderwijs gegeven over het beoefenen van de geestesgaven in de eredienst en worden problemen die zich kunnen voordoen besproken en optreden later beoordeeld.

De opleving van profetie in bepaalde vernieuwingsbewegingen herbergt echter toch bepaalde gevaren in zich. Profetieën wellen meestal spontaan bij sprekers op en worden dan, dikwijls zonder 'screening' of beoordeling, als van God beschouwd. Aan profetieën wordt groot gezag gegeven, ook aan zeer gespecificeerde en aan data gebonden uitspraken. Als dan later blijkt dat zij niet uitkomen is de ellende dikwijls niet te overzien. De apostel adviseerde tijd uit te trekken voor beoordeling, (1 Korintiërs 14). In principe ben ik ook verheugd over de opleving van deze gave.

Het ontstaan van de Pinksterbeweging aan het begin van de 20e eeuw ging al gepaard met een grote vernieuwing in de godsdienstoefeningen. De gaven van de Geest brachten een geheel nieuwe ervaringsdimensie. Ook de keuze van de Heilige Geest om gelovigen te gebruiken die geen opleiding voor het uitoefenen van een geestelijk ambt hadden gevolgd opende voor velen nieuwe mogelijkheden om door God gebruikt te worden. De pinkstersamenkomsten hadden dan ook een sterk afwijkende invulling van die in de historisch gevestigde en traditionele kerken. De gelovigen voelden dat zij nu meetelden en dat God door hen ook iets wilde delen met de anderen.

3. Vernieuwing door vrije expressie van emoties

Sommige kerken, meestal charismatische, laten ook vrije expressie van emoties toe in aanbidding en onder voorbede. Liedjes zoals 'Uit je liefde vrij...' bemoedigen mensen de diepste roerselen van hun hart uitdrukking te geven. Daarom kan er in gemeenten die ver in de vernieuwing willen en durven meegaan, spontaan naar hartelust gelachen, geschaterd en gedanst worden. Weg is de zware sfeer van gekunstelde plechtigheid, die dikwijls doorging voor ware vroomheid. Weg is de aangeleerde gedragscode om emoties in de kerk te onderdrukken. Ik herinner me nog goed, dat ik als pas bekeerde jongeman van twintig jaar in de Gereformeerde kerkdienst zat. Ik had toen reeds samen met m'n vader een aantal pinkstersamenkomsten bezocht. Dominee H. J. Spier bracht een goed woord. Mijn binnenste begon te borrelen en ik dacht: "Ik ga zo meteen luid 'Halleluja' hier roepen; dat houd ik niet in." Precies op dat moment zei de dominee: "En als hier iemand is die Halleluja wil zeggen, mag hij dat ook in zijn hart zeggen." Ik dacht: "O, dank u wel, dominee, u beseft niet wat dit voor mij betekent." Vrijheid om zich te kunnen uiten in z'n religieuze gevoelens is -  mijns inziens - een zeer gezond aspect van de vernieuwing.

4. De worshipvernieuwing

In meer en meer pinkster, volle evangelie, charismatische en vrijere gemeenten, ontstaan in de tweede helft van de 20e eeuw wordt in de samenkomst veel tijd voor lofprijs en aanbidding uitgetrokken. Soms neemt de lofprijs en aanbiddingszang meer dan een uur in beslag van een dienst die een uur en drie kwartier mag duren. Men stelt: "Aanbidding is het hoogste en Gode welgevallig, dus trekken we er alle tijd voor uit." De woordverkondiging die eeuwenlang centraal heeft gefunctioneerd in protestantse kerkdiensten is in zulke diensten van haar centrale plaats verdreven. Het is niet zo dat het gepredikte Woord - met een hoofdletter 'W' door mij geschreven - aan gezag heeft ingeboet, maar dat aan de retorische monoloog - de preek - minder tijd wordt toebedeeld in het geheel van de eredienst. Sommigen betreuren deze ontwikkeling ten zeerste en zien hierin een tekort doen aan de bediening van het Woord. Dit behoeft echter mijns inziens niet het geval te zijn.

De georganiseerde vernieuwing van aanbidding in diensten heeft echter toch ook zorgelijke kanten. Ik ben aangesloten via internet op een worship discussiegroep. Hier worden alle problemen en aspecten door de aangeslotenen met elkaar gedeeld en besproken. Het gaat van zeer technische vragen over apparatuur, via de persoonlijke problemen van worshipleaders tot de geestelijke aspecten van worship. Soms beluistert men een kritische kanttekening of het allemaal nog wel echt met aanbidding van God te maken heeft en vraagt iemand zich af of God echt zit te wachten op de beste soundtechnici, op de aanschaf van de kostbaarste instrumenten en op het uitgebreide, zorgvuldig afgewogen repertoire dat door de aanbiddingsleider van tevoren is samengesteld. In deze ontwikkeling kan een nieuwe controle van de christelijke eredienst ontstaan en wordt de ruimte voor spontane bijdragen van de deelnemende gelovigen opnieuw beperkt. Ik zou tot gemeenten die in de vernieuwing meegaan willen zeggen: Welke nieuwe vormen van godsdienstoefening er ook worden gezocht, laat er altijd ruimte voor verandering, voor spontaniteit zijn en voor expressie van de gevoelens die bij gelovigen worden opgewekt. Het bovenstaande laat onverlet dat voorgangers en verantwoordelijke leiders altijd dienen te waken voor de infiltratie van mensen die door andere machten dan de Heilige Geest worden gebruikt en gemanipuleerd.

5. Bijzondere manifestaties

De verschijnselen of manifestaties die in sommige diensten en samenkomsten worden waargenomen, zoals vallen, schudden, beven, trillen, extatisch spreken in tongen of kreunen en andere zeer heftige emotionele uitingen hebben veel pennen in beweging gebracht. Telkens als deze manifestaties voorkomen baren ze opzien en wekken de nodige vragen op. Uiteraard is een ieder vrij om vragen te stellen maar dikwijls is het gemakkelijker om vragen te stellen dan antwoorden te geven. Dat laatste is het geval omdat de manifestaties ons voeren naar het terrein van het geestelijke, het emotionele, het dikwijls on(be)grijpbare. De krachten die soms op mensen door de Heilige Geest worden uitgeoefend en die hen sterk, ook lichamelijk, aangrijpen hebben een doel. Het doel wordt duidelijk als men de resultaten van zulke ervaringen bestudeerd.

Wat in de negentiger jaren in de Brownsville Assemblies of God gemeente in Pensacola, Florida gebeurde, leverde een uitstekend voorbeeld van de uitwerking van de krachten van de Heilige Geest die op mensen vallen. Zij riepen tot God om vergeving en reiniging, zowel christenen als niet-christenen. Gelovigen, waaronder ook veel voorgangers en leiders, bekeerden zich van hun zonden, zoals onreinheid, zelfzucht, lauwheid en wereldgelijkvormigheid. Jongelui, aan drugs, sex en geweld verslaafd, bekeerden zich onder de krachten van de Geest die op hen werden uitgeoefend. Homosexuelen beleden hun zonde en zochten God om bevrijding en vernieuwing van hun leven. Deze dingen gebeurden in de Brownsville gemeente en de bekeerlingen en bevrijdingen werden wekelijks met honderden geteld. Het is ook duidelijk dat de Heilige Geest de 'recht op de man af' prediking van Steve Hill, als communicatieve, verbale factor gebruikte. Hij noemde de zonden en wantoestanden met name en de Heilige Geest overtuigde de mensen van zonde, gerechtigheid en oordeel, (Johannes 16:8). Het is duidelijk dat de Heilige Geest niet zal aarzelen om - bij wijze van analogie - de mensen als het ware onder stroom te zetten zodat zij de controle over zichzelf verliezen en daardoor mentaal en emotioneel open worden gebroken met als gevolg dat zij ontvankelijk voor prediking van het Woord van de Waarheid worden en zich bekeren, bevrijd en genezen worden - en daarom gaat het toch? Dit is toch het doel dat God zich gesteld heeft? Zullen wij dit niet erkennen, ons hoofd buigen en God, de Heilige Geest met zijn uitzonderlijke krachten verwelkomen? Het moet ons duidelijk zijn dat prediking zonder de werkzame krachten van de Heilige Geest veel minder doeltreffend is dan die welke vergezeld gaat van krachten; lees wat Paulus schreef in 1 Korintiërs 2:4. De krachten van de Geest zullen zich niet door ons laten beheersen en daarom moeten wij dit dan ook in het geheel niet proberen. Laat de Geest werken zoals Hij wil.

6. ENKELE VRAGEN EN ANTWOORDEN

Veel voorkomende vragen ten aanzien van de buitengewone gedragingen en uitingen zijn: "Waar staat in de Bijbel dat Gods Geest zulke gedragingen bewerkt?" en een stap verder "Hoe kunnen we weten welke manifestaties echt van de Heilige Geest zijn?"

Als antwoord op de eerste vraag het volgende. Aangezien in de kerkelijke tradities reeds lang geen enkele visie meer bestond op bedieningen, waarin de krachten van de Heilige Geest werkzaam zijn is er zeer weinig studie van de Schrift geweest met het oog op deze bedieningen en manifestaties. Niet alleen dat, maar de schriftplaatsen, waar zij wel voorkomen zijn soms vertaald en vertolkt binnen het hermeneutisch kader van die traditie en theologie. Het gevolg hiervan is dat als zich in opwekkingsbeweginging emotionele, lichamelijke manifestaties voordoen en bepaalde teksten op een niet gebruikelijke wijze worden vertolkt met het gevaar loopt afgewezen te worden als onbijbels.

Een voorbeeld: volgens een kerkelijke interpretatie en leer werden de gaven van de Heilige Geest, zoals in 1 Korintiërs 12 en 14 beschreven, met name die van genezing en het spreken in tongen, beperkt tot de apostolische tijd, want - zo wordt er gezegd - 'toen waren zij nodig.' Het gevolg van dit standpunt was dat elke opleving van de charisma van de Heilige Geest wantrouwend werd bekeken en zelfs naar het rijk van de boze en zijn demonen werd verwezen.

Bij de vraag hoe we zeker kunnen zijn dat de manifestaties van de Heilige Geest zijn wil ik het volgende opmerken. Hoe men het ook keert of wendt: de manifestaties zijn menselijk gedrag. Er ligt een mens te rollen, te schudden, te lachen of is aan het gillen, etc. etc. We moeten niet stellen: de Heilige Geest is aan het rollen, aan het schudden of aan het gillen. We moeten zelfs niet zonder meer altijd stellen dat het rollen of schudden of gillen etc. etc. door de directe kracht van de Heilige Geest gebeurt. Dit kan wel het geval zijn maar het opvallende en vreemde gedrag kan ook een reactie zijn van die mens, van zijn beschadigde, vervormde, onreine, gebonden geest of zelfs van een demonische geest in hem. De mens is altijd verantwoordelijk voor zijn gedrag, met als enige uitzondering een volkomen bezetenheid, waarbij het eigen bewustzijn en de eigen controle uitgeschakeld kunnen zijn.

Handelen in situaties, waar wordt 'gemanifesteerd'

Er zijn verschillen van inzicht hoe en wanneer er bij personen die uitzonderlijk gedrag vertonen moet worden opgetreden - ik vermijd het woord ingrijpen. Sommigen hebben de opvatting dat er nooit moet worden opgetreden, want, zo zegt men 'Laat de Heilige Geest maar werken'. Ik ben echter van mening dat men soms wel degelijk regulerend of corrigerend dient op te treden. Mensen blijven mensen en kunnen, ook wanneer zij onder de kracht van de Heilige Geest staan, in emotionele incontinentie terecht komen. Zo zag ik laatst ergens hoe een vrouw die lange tijd op de grond lag te schudden, gewoon met rust gelaten werd. De mensen om haar heen deden niets anders dan haar voortdurend observeren en zegenen. Niemand voelde zich er blijkbaar verantwoordelijk voor er iets aan te doen. Ik ben daar op af gestapt en heb, na gebed en het aftasten van de situatie, de persoon tot rust gebracht. Leiders van vernieuwingsdiensten dienen zich hun verantwoordelijkheid bewust te zijn. Opnieuw: Hier is geestelijk onderscheidingsvermogen nodig.

Beoordeling

Voor het beoordelen van de bron, de waarde of de bedoeling van elke uitzonderlijke manifestatie is telkens geestelijk onderscheidingsvermogen nodig. Enig psychologisch inzicht in menselijk gedrag kan zeer zeker ook hierbij van dienst zijn. Ik doe de aanbeveling dat bij het voorkomen van lichamelijke en emotionele manifestaties tijdens diensten en bedieningen, iemand zich verantwoordelijk moet weten en voelen om inzicht te ontvangen van de Geest en initiatief neemt om op te treden. Dat kan in de vorm van een rustbrengende aanraking of gebed zijn of een bevel daartoe of een vermaning als er bijv. aandachttrekkerij in het spel is. Uitdrijving dient alleen te geschieden als er boze geesten in het spel zijn die het slachtoffer buiten zijn of haar bewustzijn om in hun greep hebben. Niet zelden veldt men een oordeel, slechts afgaand op de uitwendige verschijnselen, de manifestaties. Ik doe de voorgangers die met zulke manifestaties te maken krijgen en allen die in hun bedieningen manifestaties plaats zien vinden, de aanbeveling om na afloop nazorg te plegen en een evaluatiegesprek te houden met de betreffende persoon. De voorganger of leider kan uiteraard zo'n gesprek delegeren naar een assistent, oudste of pastoraal werker. Het is echt belangrijk dat er goede evaluerende en opbouwende nazorg plaatsvindt. Er zal dan ook naar de oorzaak van het gedrag en de gewaarwordingen die de betrokkene had worden gevraagd. Niet zelden komen er allerlei diep verstopte en onverwerkte trauma's naar boven en is de nazorg even belangrijk, zo niet belangrijker, dan de momenten van de manifestatie zelf. Juist deze nazorg ontbreekt dikwijls zo jammerlijk. Het gevolg hiervan is dat de persoon met zijn onverwerkte trauma's blijft zitten en telkens dezelfde manifestaties onder bedieningen optreden. Hulp bij de verwerking van zulke ervaringen is zeer belangrijk, helaas weten weinigen,die te geven. Ik wijs er - misschien ten overvloede - op dat de herhaling van manifestaties meerdere oorzaken kan hebben.

God is een God van orde; hoe omgaan met wat als een 'ordeverstoring' ervaren wordt?

Paulus stelt in 1 Korintiërs 14 dat God een God van orde en vrede is en daarom dient er in de samenkomsten orde te zijn. Zo pleit hij bijv. voor orde in het profeteren: niet allen tegelijk profeteren en niet meer dan twee of drie in een bijeenkomst. Dat laatste adviseert hij om ruimte te scheppen voor bezinning en beoordeling. Ik ben van mening dat deze adviezen slaan op wat men een 'reguliere gemeentesamenkomst' zou kunnen noemen. Dit laat onverlet dat als de kracht van de Heilige Geest aanwezig is boosaardige en onreine machten de orde kunnen verstoren. De aanwezigheid van Jezus in een synagogedienst was ook dikwijls aanleiding voor onreine geesten om de orde te verstoren.

Heilige Geest, kom tot uw heersschappij

Dat de manifestaties zoals in dit artikel beschreven zich ook voordoen in occulte, spiritistische en esoterische kringen moet ons niet er toe leiden deze manifestaties, als zij zich in christelijke diensten vertonen, categorisch af te wijzen; dat is te gemakkelijk en onverstandig. Wij verbieden toch ook geen juichen in een dienst omdat mensen juichen in een voetbalstadion? We verbieden toch ook het geloof in de Heilige Geest en het zich openstellen voor zijn werkingen niet omdat spiritisten in geesten geloven en zich voor hen openstellen? Dat mensen bij Jomanda vallen, behoeft toch niet te resulteren in een verbod op vallen in een christelijke dienst? Sommige leiders lijken bang te zijn zich met de gemeente in diepere geestelijke beleving te begeven, waar het eigen verstand niet de opperste baas is, maar gezocht wordt naar de leiding en kracht van de Heilige Geest. Natuurlijk is het zo dat een dergelijk streven om zeer veel inzet, studie, energie, geduld en vooral gebed vraagt. De angst om controle over te geven aan de Heilige Geest dient overwonnen te worden. De Heilige Geest is tenslotte de enige die de mens doorgrondt en hem daarom het doeltreffendst helpen, genezen en bevrijden kan. Hij kan middels gaven en krachten wonderlijke bevrijdingen en genezingen bewerken. Daarom willen we uitspreken over een samenkomst: "Heilige Geest, kom tot Uw heerschappij."

7. SLOT

Vernieuwing en opwekking gaan niet zonder het maken van fouten. Geloof in de leiding van de Heilige Geest en overgave aan zijn heerschappij, nemen niet het menselijk element weg. De Geest werkt met en door mensen, met hun gebreken, tekortkomingen, verwondingen en morele onvolkomenheden. Leiders die vooraan lopen zijn niet onfeilbaar. Bid daarom veel voor hen, die zich openen voor het doorbreken van tradities, vast vormen, gebondenheid en sleur.

Ik ga ervan uit dat alle oprechte gelovigen verlangen naar een krachtige uitstorting van de Heilige Geest, die christenen tot vernieuwing en zondaren tot bezinning en bekering brengt.

Leusden, 27 maart 1997,  augustus 2011

Interesse voor een lezing over dit onderwerp in uw kerk of gemeente of reageren?
E-mail..
. Pastor T. J. de Ruiter


Site 'Inspiratie & Inzicht', sinds 1997 / herzien 12 augustus 2011 / Pastor T. J. de Ruiter / The Netherlands