Basic study in apologetics (the defence and proclamation) of the Christian Faith, now in the Dutch language
Inhoudsopgave
I
Apologetiek, haar opdracht, mogelijkheden en begrenzingen
II
De vraag naar de waarheid - Vroeger en nu
III
Apologetische argumentatie
IV
Reacties op religieus-filosofische denkkaders
V
Apologetiek en de relevantie van ‘Het Geloof’
VI
Fundamentele onderwerpen
VII
De apologetische waarde van wonderen
VIII
Apologetiek in een postchristelijk tijdperk
IX
Diverse bijlagen (w.o. reacties op artikelen in Elsevier)
Etymologisch gezien bestaat het Griekse woord 'Apologia,' dat in het Nederlands met ‘verdedigingsrede’ vertaald kan worden, uit twee delen. Het eerste deel, ‘apo,’ is een oorspronkelijk voorzetsel, waarvan de grondbetekenis 'scheiding van iets of iemand,' is; later werd het ook een aanduiding voor het gaan van de ene locatie, als vertrekpunt, naar een andere. Het tweede deel, ‘logia,’ duidt op een verzameling van woorden. 'Apologia,' betekent dus letterlijk 'met woorden ergens vandaan gaan of zich ergens van afscheiden.' Men neemt dus op grond van bepaalde argumenten afstand van iets dat door een ander is gezegd. Voor Christenen kreeg apologetiek betekenis doordat men in redevoeringen of in geschriften afstand nam van hetgeen anderen hadden beweerd of gesteld en hen trachtte te overtuigen dat er op grond van de Heilige Schrift onwaarheden werden geleerd.
De tekst 1 Petrus
3, 15 en 16 is een uitstekende bijbelse fundering voor een
apologetische
bediening: "Maar heiligt de Christus in uw harten als Here, altijd
bereid
tot verantwoording aan al wie u rekenschap vraagt van de hoop, die in u
is, doch met zachtmoedigheid en vreze en met een goed geweten, opdat
bij
al het kwaad, dat men van u spreekt, zij die uw goede wandel in
Christus
smaden, beschaamd gemaakt worden."
Voor informatie? E-mail... Nederlandse Internet Bijbelcursussen
Pagina's en afdelingen op deze site