Tessa's persoonlijk getuigenis van haar vervulling met de Heilige Geest
Ik kwam met Teun en ons eerste kind,
Andrew – toen nog een baby van drie maanden - in 1967 naar Nederland.
We waren
er nog maar drie maanden toen ik het heel moeilijk kreeg. Ik was de
Nederlandse
taal niet meester en dus was het spreken in het Nederlands in winkels en bij familie erg moeilijk. Teun werkte bij
de 'Volle Evangelie Zakenlieden' in Den Haag en was vaak niet thuis.
Hij werkte
er mee aan de voorbereidingen voor de driedaagse campagne van Oral
Roberts die
in een Jaarbeurshal in Utrecht gehouden zou worden. Ik kwam in een
crisis
terecht en was het liefst zo snel mogelijk naar Wales teruggegaan. Van
de
Pinksterzegen wilde ik niets meer weten, eigenlijk was ik nog steeds
een Baptist.
Op een dag zat ik bij de kapster en besefte dat ik niet langer in die
crisis
mocht blijven zitten. Ik kreeg een sterke overtuiging dat ik de Heer
bedroefde
en pijn ermee deed.. Ook onze relatie begon er onder te lijden. Bij de
kapster
onder de kap bad ik: "Heer, als ik ooit U en de kracht van uw Geest
nodig
heb dan is het nu. Geef mij alles wat U mij kunt geven."
Eenmaal klaar bij de kapster kwam ik
weer thuis en voelde dat ik tot rust was gekomen en dat het alles in
orde was
met de Heer. Ik boog mijn knieën en ging bidden. Opeens zag ik de Heer voor
me
staan. Toen Hij zijn hand op mijn voorhoofd legde doorstroomde de
kracht van de
Heilige Geest me en begon ik onmiddellijk in nieuwe tongen te spreken.
Klanken
die ik niet kende kwamen uit mijn hart en mond. Ik werd vervuld met een
grote
vreugde. Toen Teun na zijn dagelijks werk bij de Volle Evangelie
Zakenlieden
thuis kwam en naast me ging zitten vertelde ik het hem. Ik zei: "Teun
er
is iets moois gebeurd. Ik ben gedoopt met de Heilige Geest en sprak in
nieuwe
tongen." Hij kon zijn oren haast niet geloven maar de glans op mijn
gezicht vertelden hem genoeg. We hebben toen samen de Heer gedankt en
doen dat
nog.
juni 1972, 26 mei
1999